19 JUNI 1975
465
15. bijlage nr. 194
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
VOEREN VAN VERWEER ETC. IN HET DOOR DE FA. VORSE-
LAARS TEGEN DE GEMEENTE BREDA AANHANGIG GEMAAKTE
RECHTSGEDING.
16. bijlage nr. 195
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
AANGAAN VAN EEN OVEREENKOMST MET DE KONINKLIJKE
BOND VAN ZANG- EN ORATORIUMVERENIGINGEN IN NEDER
LAND INZAKE DE HUISVESTING EN DE OVERNAME VAN HET
BEHEER VAN DE BIBLIOTHEEK VAN VOORNOEMDE BOND.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
achtereenvolgens overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester
en wethouders besloten.
17. bijlage nr. 196
VOORSTEL VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WET
HOUDERS MET BETREKKING TOT HET ANTWOORD OP DE
BRIEF VAN DE VOORBEREIDINGSCOMMISSIE HERBOUW V. M.
ZWEMBAD "HET EI".
De heer HENDRIKSEN: Wat is er na de motie van C.D. A. en
V. V. D. d. d. 15 mei j. 1. gebeurd? Er is gevraagd om een versnelling
van het reconstructieproces en wij hebben gezamenlijk geconstateerd
dat dit ten koste van de inspraakprocedure zou gaan. De dag na het
aannemen, 16 mei, -- liever gezegd: dezelfde dag, want de motie
werd diep in de nacht aangenomen was er door de inspraakcommissie
een vergadering belegd. Men vroeg daarbij de ambtenaren naar de con
sequenties van hetgeen er de vorige dag in de raadsvergadering was ge
beurd. Het verlammende tijdens de vergadering van de inspraakcommis
sie was dat de ambtenaren niet bij de raadsvergadering aanwezig waren
geweest en niet wisten te zeggen wat nu precies de consequenties van
de raadsdiscussies waren. In arren moede ging men toen met de bestaan
de procedure verder, op voorwaarde dat binnen een week de consequen
ties van de motie bekend zouden zijn. Vrij kort daarop is een gesprek
met wethouder Van Graafeiland gevolgd, waarvan wij helaas geen ver
slag hebben gekregen. De bewoners hebben de conclusies uit dit gesprek
geformuleerd tijdens de openbare vergadering die zij enkele weken ge
leden zonder ambtenaren hebben gehouden. De conclusies van de bewo
ners hielden in dat er geen positieve uitspraak over de entreeprijzen
zou komen, dat het comité het program van eisen in één dag zou moe
ten voltooien omdat het anders niet in de beschouwingen zou kunnen
worden betrokken, dat de gemeente een folder met informatie over het
toekomstige zwembad zou doen uitgaan en dat men over de tekeningen
die van het nieuwe zwembadzzullen worden gemaakt advies mag uitbren
gen.
Tijdens de bedoelde vergadering heeft de inspraakcommissie
vastgesteld dat daarmee voor haar de inspraak eigenlijk opgehouden
was. In de nieuw ontstane situatie zou men alleen nog maar als persoon
op de tekeningen kunnen reageren en zou terugkoppeling naar de achter-