19 JUNI 1975
477
lang gekoesterde wens. In het verleden is door de V. V.D. -fractie bij
diverse begrotingsbehandelingen betoogd dat verdere structurele verho
ging van de gemeentelijke belastingen voor haar nauwelijks acceptabel
was, gezien de hoogte van de gemiddelde belastingdruk per inwoner in
vergelijking met qua inwonertal vergelijkbare gemeenten. In de nota
van aanbieding bij de gemeentebegroting voor het jaar 1975 werd nog
door het college opgemerkt dat de belastingen en rechten met mini
maal een gelijk percentage dienden te stijgen als.de gemeentefondsuit
keringen. In het door b. en w. in de raadsvergadering van 13 maart
1975 gepresenteerde voorstel inzake de voorlopige capaciteit en de
budgetverdeling voor het jaar 1976 werd hierop teruggekomen. Het col
lege onderkende toen de risico's die aan een dergelijke koppeling ver
bonden zijn. Een mogelijkheid voor handhaving van het reële niveau
van het budget leek naar de mening van het college aanwezig in een
koppeling van de tariefverhogingen aan de algemene prijsstijging. Hier
door zal in 1976 geen verdere verhoging van de reële belastingdruk
plaatsvinden, hetgeen de positie van Breda voor wat betreft de gemid
delde belastingopbrengst per inwoner ten opzichte van qua inwonertal
vergelijkbare gemeenten zeker zal verbeteren.
Ook aan deze nieuwe methodische normering van de verhoging
van de eigen inkomsten kleven risico's. Enkele tarieven zijn aan wet
telijke maxima gebonden. Andere tarieven worden reeds als hoog be
schouwd of zullen misschien in de toekomst als zodanig worden ervaren.
De V. V. D. -fractie is van mening dat dit in voorkomende gevallen niet
zonder meer mag leiden tot een in verhouding te sterke verhoging van
andere belastingen.
Bij de bestudering van de door het college voorgestelde tarieven
voor secretarie-leges en rechten burgerlijke stand voor 1976 ben ik
enigszins geschrokken. Deze tarieven zijn naar mijn mening aan de
forse kant. Ook sommige van de door b. en w. voorgestelde tariefver
hogingen overschrijden ruimschoots de voor 1976 te verwachten algeme
ne prijsstijging van 8 °Jo. In dit verband zou ik enkele specifieke vragen
willen stellen, waarop wij gaarne van het college een antwoord zullen
ontvangen.
a. Zijn de te heffen leges en rechten uitsluitend bestemd vöor
de bestrijding van de door het gemeentelijk apparaat te ma
ken kosten, verbonden aan de te verrichten diensten?
b. Kan het college ons inzicht verschaffen in de verhouding
van de leges en rechten in Breda enerzijds en van de leges
en rechten in qua inwonertal vergelijkbare gemeenten ander
zijds?
In de vergadering van de commissie voor de financiën is aan
dacht besteed aan de verdwijning van lopers op het bordes bij eerste
en tweede-klas-huwelijken. Ik moet bekennen dat ik hethsp dat ogen
blik verstandiger vond niet aan de discussie hierover deel te nemen. Ik
ben amper drieëneenhalf jaar getrouwd en weet mij niet meer te ber
inneren of bij mijn huwelijk de loper wel of niet uitlag. Navraag bij
mijn vrouw heb ik maar achterwege gelaten, omdat je nooit weet hoe
zoiets --al dan niet terecht -- uitpakt.
De heer OOMEN: Kent u uw vrouw zó slecht.'