19 JUNI 1975 479 opgenomen bedrag te lezen als 3,25". Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Breda in zijn openbare ver gadering vanenz. Dit amendement is behalve door de heer S uurmeijer door drie andere raadsleden ondertekend. Voldoende ondersteund zijnde maakt het amendement van de heer Suurmeijer mede onderwerp van beraadslaging uit. De VOORZITTER: Ik zou de heer Suurmeijer als volgt willen antwoorden. Hij heeft gezegd dat zijn fractie het met het voorstel eens is. Ik meen dat hij vervolgens het voorstel dat bij de voorlopige bud getvaststelling aan de orde is geweest niet helemaal volledig weergeeft of niet geheel juist interpreteert. Dat voorstel hield in dat de eigen ge meentelijke belastingen zouden stijgen met het percentage van de te verwachten prijsstijging. Daarbij werd bovendien al aangegeven dat de technische uitwerking nader zou moeten worden bestudeerd, omdat het duidelijk is dat toepassing van 8 ^o-aanpassingen tot gevolg heeft en dat de tarieven nooit op een precies 8 °Jo hoger bedrag kunnen worden afge rond. Het principe was in ieder geval dat de eigen belastingen niet in verhouding tot de gemeentefondsuitkeringen zouden stijgen -- daar be stonden uwerzijds duidelijke bezwaren tegen -- maar dat de stijging dusdanig zou worden afgestemd, dat, populair uitgedrukt, het deel van de eigen inkomsten zou meegroeien met de te verwachten geldont waarding. Dit betekent dat de mogelijkheid tot verschuivingen aanwezig is, zodat, wanneer bepaalde bronnen van het eigen belastinggebied niet meer voor stijging in aanmerking zouden komen, op andere wijze -- eventueel door het benodigde bedrag over alle andere belastingen "uit te smeren" -- het doel toch kan worden bereikt. Bovendien is er nog een ander aspect bij genoemd, waarop ter voorkoming van misver stand naar ik meen ook nu dient te worden gewezen. Er is namelijk vastgesteld dat het omwille van bepaalde wenselijk geachte uitgaven mogelijk zou zijn dat bij besluit van de raad een belastingverhoging zou worden vastgesteld die de prijsstijging te boven zou gaan. Het lijkt mij goed dit nog even te signaleren, omdat een en ander anders wellicht in de toekomst tot misverstanden zou leiden. De genoemde stelregel heeft tot gevolg dat een stijging met meer dan 8 °]o hier en daar inderdaad aan de orde komt. Met betrekking tot de leges en rechten in vergelijking met de kosten van de verrichtingen kan worden opgemerkt dat in het verleden in Nederland de leges en rechten de mogelijkheid tot een matige winst opleverden. Dit is echter al lang verleden tijd. De exacte bere kening van de kosten zou vrij ingewikkeld zijn, omdat men te maken heeft met huisvestingskosten, portikosten, personeelskosten etc.ter wijl de berekening waarschijnlijk een administratief veelomvattende en hoge kosten veroorzakende bezigheid zou zijn; ik geloof dat men bij een dergelijke berekening kosten zou maken die men wellicht ach teraf door verhoging van de leges zou moeten compenseren. In ieder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 479