19 JUNI 1975
483
amendement te steunen.
De heer SUURME1JER: Ik zou de heer Geene toch nog een vraag
je willen stellen. Waarom zouden wij er niet eens mee beginnen deze
bedrijfstak gelijk te stellen met die andere bedrijven die het ook zo
moeilijk hebben?
De heer CRUL: Het betoog van de heer Suurmeijer spreekt mij
persoonlijk wel aan, omdat hij het eigenlijk over een sociaal tarief
heeft. Hij heeft bepleit een sociaal tarief te hanteren voor degenen die
het nodig blijken te hebben, hetgeen enigszins in tegenspraak is met
het betoog dat de wetho uder eerder in deze vergadering met betrekking
tot "Het Ei" heeft gehouden. In eerste instantie had ik eigenlijk om een
advies van de horecavertegenwoordigers willen vragen, maar ik heb dit
maar achterwege gelaten omdat het advies wellicht toch niet was geko
men. Over dit onderwerp hebben wij in de fractie niet gesproken; ik ge
loof, mijnheer de voorzitter, dat u maar moet laten stemmen.
De heer VAN ASSELDONK: In de horecasector?
De VOORZITTER: Ik ben toe aan de beantwoording in tweede
termijn, waarin ik over dit onderwerp heel weinig kan zeggen. Wij
spreken over een recht van de gemeente, waarbij b. en w. een verho
ging van het te heffen bedrag met 1 cent per liter voorstellen terwijl de
heer Suurmeijer heeft voorgesteld deze verhoging tot cent per liter te
beperken. Aan de opmerkingen over de discriminatie van een bepaalde
groep, de daarmee samenhangende wetgeving en het vergunningstelsel
dat wordt gehanteerd, meen ik te mogen voorbij gaan, omdat deze aan
gelegenheid bij de wet en niet in deze raad -- wordt geregeld. Het
is mogelijk dat het bedrijfschap met het ministerie van economische
zaken een verandering van de situatie kan overeenkomen; de enige
wens die ik daarbij heb is dat zal worden voorkomen dat wij met de
controle blijven zitten en daarvoor kosten moeten maken zonder dat wij
daar op enigerlei wijze -- het mag ook uit de algemene middelen --
geld voor krijgen. Krachtens de wettelijke bepalingen moet de gemeen
te immers werkzaamheden verrichten om het toezicht op de lokalitei
ten etc. te effectueren.
De heer Crul heeft gezegd dat wij zijns inziens tot stemming
zouden moeten overgaan. Ik wil de discussie bij dezen dan ook sluiten
en het amendement van de heer Suurmeijer in stemming brengen.
De heer GOOS: Misschien is het beter eerst de koffiepauze te
houden, zodat daarvan gebruik kan worden gemaakt om nog even onder
ling van gedachten te wisselen. Ik heb zo'n situatie wel eens meer
meegemaakt en het kwam verdraaid goed uit." Wij kunnen op deze ma
nier tijdens de koffie over het borreltje praten.'
De VOORZITTER: Zullen wij dit punt maar afwerken? Ik zie
geen dringende reden om hiervoor te schorsen; wij doen het of wij doen
het niet, één van tweeSn.
De raad besluit het aan de orde zijnde agendapunt af te werken.