484 19 JUNI 1975 Hierna wordt het amendement van de heer Suurmeijer in stem ming gebracht en met 22 tegen 11 stemmen verworpen. TEGEN hebben gestemd: de heren Van Graafeiland, Geene en Kramer, mevrouw Stutterheim-Edeling, de heren Jongeneel, Van den Wijngaard, Dreef, Beckers, Sandberg, Van Duijl, Welschen, Van Male, Gielen, Broeders en Van Dun, mevrouw Paulussen, de heer De Raaff, mevrouw Van Rooij-Van den Heuvel, de heren Brummelkamp, Kaarse maker, Hendriksen en Eissens. VOOR hebben gestemd: de heren Suurmeijer, Koertshuis, Oomen, Goos, Van Asseldonk, Dees, Visser, Ten Wolde, Crul, Martens en Taks. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: Ik schors de vergadering voor één kwartier. PAUZE. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. 25. bijlage nr. 204 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN SUBSIDIE IN DE KOSTEN VAN VERBETERING VAN DE WOONOMGEVING EN VAN DE SOCIAAL CULTURELE INFRASTRUCTUUR VAN DE WIJK WESTEINDE. De heer OOMEN: De opmerkingen die ik over dit voorstel wil maken hebben ten eerste betrekking op de procedure en ten tweede op de voorzieningen die zijn afgevallen. Op 18 mei 1972 werd door de raad besloten dat voor de sociaal- -culturele infrastructuur van de wijk Westeinde f. 171. 000, -- beschik baar zou worden gesteld. "Sociaal-culturele infrastructuur" is een moeilijk begrip, maar het komt erop neer dat er enkele prettige voor zieningen worden getroffen om de wijk wat leefbaarder te maken, zo als het aanbrengen van schuttingen en tegelpaden, het planten van bo men, de aanleg van een speeltuin, achterpaden, lichtpunten in de berging, een lichtkabel, een gereedschapsplank, een afvoer van de berging, een verlicht tegelpad e. d. Als de raad het voorgestelde be sluit neemt, gaan er twee dingen gebeuren. De eerste lijn is dat na het financieringsbesluit aan openbare werken de opdracht wordt gegeven de werkzaamheden te doen uitvoeren; er worden bepaalde activiteiten aanbesteed en de uitvoering gaat beginnen. De tweede lijn, die mij in het kader van het ter tafel liggende voorstel in het bijzonder interes seert, is de financiering via het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk. Uit het voorstel blijkt dat het ministerie van C.R. M. slechts een subsidie van 50 °]o van 82.447,--wilde verlenen; een specificatie daarvan wordt in het voorstel gegeven. Na nader over leg werd alsnog voor 50 van 26.213, -- subsidie verleend. Men kan zich afvragen hoe de verdere financiering zal zijn, in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 484