488 19 JUNI 1975 tere schaal, subsidie te krijgen; anderzijds is het ten laste van de ge meente blijvende gedeelte ingepast in de begroting van de dienst van beplantingen voor 1976. De heer OOMEN: Laten wij het nog even duidelijk zeggen. De activiteiten die bij dit agendapunt aan de orde zijn worden dus via dit voorstel gefinancierd. Waar het mij nu om gaat is de vraag of de acti viteiten waartoe wij in 1972 -- door een voorstel ten bedrage van 171. 000, -- te aanvaarden hadden besloten, nu alsnog zullen wor den uitgevoerd, althans of het de bedoeling is deze activiteiten uit te voeren. Dit is mijn eerste vraag, die voornamelijk betrekking heeft op de activiteiten die wij toen wenselijk achtten en nu nog steeds wense lijk achten, tenzij uit inspraak zou blijken dat andere activiteiten nog wenselijker zouden zijn, maar daar blijf ik nu even buiten. Mijn tweede vraag kan als volgt worden omschreven. Ik heb be grepen dat de financiering enige problemen oplevert doordat er allerlei nieuwe regelingen komen, en het is mijns inziens te prijzen dat men probeert langs allerlei wegen -- hetzij via het ministerie van C.R. M. hetzij via het ministerie van volkshuisvesting -- financiering van het rijk te vinden. Ik zou echter graag zien dat in de te zijner tijd over te leggen afrekening duidelijk te zien is dat er een bepaald bedrag aan de totale renovatie-activiteiten is uitgegeven en welk deel daarvan waar vandaan komt. Op die manier kunnen wij enig inzicht krijgen in de posten waar het benodigde geld uit moet worden geput. Het lijkt mij vooral van belang over deze gegevens te beschikken omdat zij wellicht nog eens jegens de landelijke regering kunnen worden gebruikt om op een betere coördinatie aan te dringen. De heer KOERTSHUIS; Ik ben er nog niet helemaal uit. Wethou der De Raaff heeft in zijn antwoord gezegd dat er geen relatie is tussen dit voorstel en het uitstellen van activiteiten, waaruit ik opmaakte dat de activiteiten reeds zijn uitgevoerd. Door de beantwoording van wet houder Van Dun ben ik echter weer in verwarring gebracht, maar mis schien komt dat doordat daarbij activiteiten aan de orde waren waar voor nog geen subsidie beschikbaar is gesteld. Mijn vraag is in ieder geval of de activiteiten, die reeds in 1972 zijn goedgekeurd en waar voor subsidie per post beschikbaar is gesteld, zijn uitgevoerd. De heer GIELEN: Wanneer ik wethouder Van Dun goed heb be grepen, zal, indien geen rijkssubsidie ten behoeve van de grote speel tuin aan de Scheldestraat zal worden verstrekt, in de begroting van de dienst van beplantingen voor 1976 een bedrag worden opgenomen om die speeltuin te kunnen aanleggen. Wethouder DE RAAFF: Ik meen dat de vragen z<5 concreet zijn dat alleen wethouder Van Dun erop kan antwoorden. Wethouder VAN DUN: Ik voel mij gevleid door de opmerking van mijn collega De Raaff, maar ik hoop dat hij daar verder niets mee bedoelt.' De heer Gielen heeft mij verkeerd begrepen. Ik heb duidelijk gezegd dat het voor rekening van de gemeente blijvende gedeelte in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 488