19 JUNI 1975 489 begroting van de dienst van beplantingen is voorzien. Aan de andere kant moet men daaruit niet afleiden dat de aanleg van de speeltuin in de wijk Westeinde gevaar zal lopen. Er zijn namelijk ook andere subsi dieregelingen dan waarover wij hier spreken. Ik wijs in dit verband bij voorbeeld op de E-objecten; ook langs die lijn zijn wij bezig te probe ren de speeltuin in te brengen. De heren Koertshuis en Oomen hebben naar mijn indruk enigs zins hetzelfde gevraagd. Er zijn bepaalde activiteiten uitgevoerd en er zijn nu nieuwe activiteiten gesubsidieerd, waarvan ik stellig meen te weten dat zij eveneens reeds zijn uitgevoerd, afgezien van de bomen. In de wijk Westeinde staan reeds schuttingen en liggen reeds verharde tegelpaden; die voorzieningen worden nu gesubsidieerd. Dat is mijn ant woord aan de heer Oomen; als dergelijke activiteiten niet worden ge subsidieerd, komen zij gewoon in het renovatie-krediet. Ik meen overi gens dat de heer Oomen in zijn vraagstelling iets verder gaat door te in formeren of er "niet-gehonoreerde claims" zijn, of er zaken zijn die ook gevraagd worden De heer OOMEN: In 1972 is voor 171. 000, -- een aantal acti viteiten voorgesteld. Thans wordt door middel van een wijziging van dat besluit een andere weg ingeslagen. Mijn vraag is nu of die tien, twaalf of twintig activiteiten nu -- ongeacht de financieringsbron -- alsnog worden uitgevoerd. Wethouder VAN DUN; De activiteiten van toen staan mij niet direct voor ogen, maar er zijn bepaalde activiteiten waarvan wij des tijds hebben gezegd dat zij moesten worden uitgevoerd en dat wij er overleg met de bewoners over pleegden. Wat gebeurt er dan? Zoals men uit de correspondentie heeft kunnen afleiden, ontvingen wij berich ten, inhoudende dat het één niet werd geaccepteerd en het ander wel. Welnu, over de wei-geaccepteerde activiteiten gaan wij niet meer spre ken: die worden gewoon uitgevoerd. Wèl spreken wij met de bewoners over niet-geaccepteerde activiteiten, waarbij er twee mogelijkheden zijn. In de eerste plaats is het mogelijk dat de bewoners, constaterende dat er waarschijnlijk geen subsidie zal worden gegeven, tot de conclu sie komen dat een bepaalde activiteit niet moet worden uitgevoerd. In de tweede plaats is het mogelijk dat de bewoners en de gemeente tot de ontdekking komen dat bepaalde activiteiten niet worden gesubsidi eerd, maar wel moeten worden uitgevoerd, omdat zij behoren tot het ge heel van voorzieningen dat voor de betrokkenen van belang is. Een heel gek en toch belangrijk voorbeeld is dat wij een meningsverschil met het departement hebben gehad over de aanleg van een stopcontact in de schuurtjes. Deze aanleg zal niet worden gesubsidieerd maar wij hebben besloten er toch toe over te gaan. Dat is gebeurd en de raad zal daar voor de rekening nog gepresenteerd krijgen. Dat lijkt mij het duidelijk ste antwoord, ook aan het adres van de heer Koertshuis. De heer KOERTSHUIS: Ik vind dat wethouder Van Dun wel wat vaag blijft. Wethouder VAN DUN: Dan moet de heer De Raaff antwoorden.'

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 489