494
19 JUNI 1975
goed overleg.
In de eerste plaats de heer Koertshuis heeft het al gezegd --
zijn riiet rechtstreeks de scholen doch de overkoepelende organisaties
benaderd. In de tweede plaats was er voor zover wij ons herinneren een
zeer duidelijke afspraak gemaakt, inhoudende dat de nota over het vak
onderwijs, die door het bureau onderwijs was geproduceerd, aan de
scholen zou worden toegezonden en basis van de discussie zou vormen.
Die nota is erg belangrijk. Toen het voorstel voor de eerste keer in de
commissie voor onderwijs ter sprake kwam, hebben wij door links en
rechts informatie in te winnen gemerkt dat er scholen zijn waar men
niet weet waar men op het gebied van vakonderwijs recht op heeft. Wij
zouden graag willen dat de nota zou circuleren, zodat men op alle
scholen in ieder geval weet wat de mogeiijkheden zijn. Voorts valt in
de nota tussen de regels door te lezen dat de gemeente tot een verla
ging van de factor neigt. Dit hebben alle leden van de onderwijscom
missie zo begrepen, hoewel het niet in de nota staat. U hebt het, mijn
heer de voorzitter, later ook ontkend, maar wij hebben het wel zo ge
voeld en wij meenden dat het goed zou zijn dat het onderwijs daar ook
nota van zou nemen, zodat de betrokkenen daar zouden weten wat hun
boven het hoofd hing.
Welnu, de nota bleek bij het overleg evenwel nauwelijks een
rol te hebben gespeeld, omdat zij niet was rondgezonden. Met andere
woorden: ons verzoek om overleg op basis van de nota te openen is niet
helemaal tot zijn recht gekomen.
Een volgend punt is dat er kortgeleden overleg heeft plaatsge
vonden waaruit het thans ter tafel liggende voorstel is voortgevloeid.
Er wordt gezegd dat er in overleg met de scholen voor de factor 1, 54
zou zijn gekozen, maar wij plaatsen daar vraagtekens bij, Het is voor
ons eigenlijk zeer duidelijk dat het overleg 5p de factor 1, 54 heeft
plaatsgevonden. Wanneer men met groepen mensen gaat overleggen
onder mededeling dat er geen andere oplossing mogelijk is, zullen zij,
als zij andere dingen willen redden, het voorstel schoorvoetend aan
vaarden. Iets in die geest heeft zich ongetwijfeld afgespeeld en dat is
niet een vorm van overleg waarvan men kan zeggen dat hij precies
met de bedoelingen van de raad overeenkomt.
Positief kan worden gewaardeerd dat er met verschillende groe
pen van scholen overleg is gepleegd, alsmede dat dit overleg ertoe
heeft geleid dat gebleken is dat men nu eindelijk wel eens wilde weten
waar men na alle veranderingen van de factor aan toe was, hetgeen
door het constant stellen van de factor ook in het voorstel tot uiting is
gekomen. Negatief kan worden gewaardeerd dat de nota niet was rond
gezonden en in het gesprek niet kon worden betrokken, alsmede dat
de factor 1,54 als na te streven doei ter tafel heeft gelegen. Iedereen
heeft uiteindelijk -- de één wat gemakkelijker dan de ander -- aan
vaard dat de factor 1, 54 het doel was, maar wij zijn van mening dat
dit eigenlijk niet eens meer hoefde. Zelfs als men namelijk de factor
op 1,65 had gehandhaafd, had men de situatie voor dit jaar, aange
zien het al zeer ver is verstreken, toch niet werkelijk kunnen terug
draaien. De gemeente had dus in feite tijdens het overleg al praktisch
volledig haar zin.
Wanneer wij dit alles overzien en daarbij tevens nog in het oog
nemen een hoe grillige lijn -- de heer Koertshuis heeft er al op gewe-