49
13 FEBRUARI 1975
tereenvolgens overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en
wethouders besloten.
13. bijlage nr. 48
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANSCHAF
FING VAN MACHINES T. B. V, DE DIENST BEPLANTINGEN IN
1975.
Mevrouw PAULUSSEN Dit voorstel is de vorige maand teruggeno
men, enerzijds omdat de P. v. d. A. - en de P. P. R. - fractie niet accoord
wilden gaan aangezien zij van mening waren dat door de aanschaffing
van machines geen arbeidsplaatsen zouden mogen worden bespaard --
ik kom daar nog op terug--, anderzijds omdat het college overwoog
voor te stellen een nieuwe methodiek in te voeren. In de vergadering
van de commissie voor openbare werken van 23 januari is het stuk --
ter vergadering -- uitgereikt. Wij hebben het niet kunnen bestuderen
en de heer Houben en ondergetekende zijn dan ook op dat ogenblik
niet met het voorstel accoord gegaan, omdat wij het stuk nog in het
geheel niet hadden gezien, laat staan dat wij er in de fractie over had
den kunnen spreken.
Wat houdt nu het voorstel in? Om een slagvaardig beleid mogelijk
te maken is het volgens b. en w. gewenst dat de raad aan het begin
van het jaar een krediet verstrekt tot het bedrag van de totale investe
ringen voor een jaar ten behoeve van de aanschaf van machines. In de
commissie kan dan volgens het voorstel over de aanschaf van iedere
machine "van gedachten gewisseld worden", terwijl in het concept-be
sluit staat dat in de commissie "overleg" mogelijk is. Bij de bespreking
van het voorstel heeft de wethouder betoogd dat deze methodiek bij
het EnWa-bedrijf al enkele jaren wordt toegepast. In onze fractie zijn
bij de behandeling van dit voorstel enkele vragen gerezen die wij graag
aan het college willen voorleggen, alvorens wij in tweede instantie
mededelen hoe ons standpunt ten aanzien van dit agendapunt is. Wij
willen namelijk graag vernemen op grond van welke argumenten b.
en w. voorstellen ook in deze sector de bedoelde methodiek te volgen.
Wat zijn de argumenten voor de toepassing van deze methodiek? Hoe
lang gaat men bij het EnWa-bedrijf reeds op deze manier te werk en
is de methode daar al eens kritisch bekeken en geëvalueerd? Hoe denkt
het college in dit verband over de taak van de gemeenteraad na dele
gatie aan de commissie? Wat is de bedoeling wanneer in het voorstel
enerzijds over "van gedachten wisselen" en anderzijds over "overleg
plegen met" wordt gesproken? Is het de bedoeling dat er nadat het be
sluit reeds is gevallen vrijblijvend een babbeltje wordt gehouden zon
der dat daar consequenties aan worden verbonden? Het krediet is im
mers gevoteerd.
Misschien mogen wij via u, mijnheer de voorzitter, deze vragen
ook aan de andere fracties stellen, aangezien zij blijkbaar over dit
voorstel geen vragen hebben. Waarom hebben zij geen vragen en wat
zijn hun overwegingen -- afgezien van de argumenten van het colle
ge -- om met de invoering van deze methodiek accoord te gaan?
Waarom stellen wij deze vragen? Bij de bespreking van het raads
voorstel van verleden maand in de commissie voor openbare werken is
betoogd dat het ging om de goedkeuring van een krediet voor maaimachi-
nes waarvan capaciteit en snelheid op een zodanig niveau liggen, dat
één arbeidsplaats kan worden uitgespaard. Wij weten allen dat één van