19 JUNI 1975 501 Wanneer een aantal scholen onder een bepaald schoolbestuur ressorteert en wanneer de bereidheid tot overleg aanwezig is, kan naar ik heb be grepen wat de ene school overhoudt naar de andere scholen worden over geheveld. Indien dit juist is, zou ik u willen vragen dit in ieder geval aan de schoolbesturen kenbaar te maken, zodat zij er rekening mee zouden kunnen houden. De heer KOERTSHUIS: De hoogte van de factor is inderdaad ar bitrair: men kan er, zoals u hebt gezegd, over blijven discussiëren. U hebt verder gezegd dat een en ander eigenlijk in het team van de onder wijskrachten zou moeten worden opgevangen. Ik vraag mij af of het tijdstip daartoe nu al is aangebroken en of dat inderdaad nu al zou kun nen gebeuren. Een moeilijkheid zou zijn dat men, als een hoge factor wordt vastgesteld, daar te allen tijde een beroep op kan doen en dat dit beroep dan moet worden gehonoreerd. Ik ben enigszins gerustgesteld door de opmerking dat er binnen een groep scholen een mogelijkheid tot uitwisseling is, zodat een individuele school toch boven de factor van 1, 54 kan uitkomen. Ik hoop dat dit in tweede instantie kan worden bevestigd. Over de constantheid hoef ik niet veel te zeggen omdat ik het er volkomen mee eens ben dat het voor iedereen zeer plezierig is als de factor constant is. Overigens zijn er twee belangrijke vragen van mij blijven liggen. In eerste instantie heb ik gezegd dat het beleid dat de laatste vier vijf jaar is gevoerd voor ons enigszins onbegrijpelijk is. Vier jaar geleden is de factor om allerlei reden tot 2, 00 verhoogd en vervolgens wil men twee maal tot verlaging overgaan; dit is voor ons nog steeds onbegrijpelijk en ik geloof dat u daar in uw antwoord niet op bent ingegaan. In de tweede plaats heb ik aan het eind van mijn betoog ge vraagd of het nog reëel is de factor voor 1975 op dit ogenblik te verla gen. Bovendien heb ik gevraagd of men kan proberen in de toekomst via oudercomité's ook de ouders in te schakelen. In dit geval is dit ten aanzien van één oudercomité gebeurd, waarbij dit comité zich tegen een verlaging heeft uitgesproken. Ik geloof overigens niet dat het erg moeilijk zal zijn de mening van de oudercomité's na te gaan; dit zou door middel van een vragenlijst bijvoorbeeld schriftelijk kunnen worden gedaan. Ik betreur het dat u niet het advies van de S. A. D. hebt inge wonnen. Toen ik twee aan deze dienst verbonden personen naar hun mening vroeg, hebben zij geantwoord dat zij een verlaging van de fac tor zouden betreuren. Met de houding van de heer Gielen heb ik nog steeds moeite; ik begrijp zijn opstelling toch nog niet helemaal. Tot slot moet ik eerlijkheidshalve wijzen op een opvatting die bij een groot gedeelte van mijn fractie bestaat. Hoewel u, mijnheer de voorzitter, hier in uw antwoord geen aandacht aan hebt geschonken, moet ik vaststellen dat men is uitgegaan van de stelling dat de verla ging van de factor vakonderwijs eigenlijk al in de saneringsvoorstellen was opgenomen en dat deze saneringsvoorstellen zijn aanvaard, terwijl de verlaging tevens reeds in de begroting voor 1975 was verwerkt. Voor een aantal leden van mijn fractie is deze overweging doorslaggevend;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 501