19 JUNI 1975 505 voor het lopende jaar subsidie zal krijgen en hoe groot deze subsidie zal zijn. Toegezegd was dat hierover uiterlijk in juni een beslissing zou val len. Bij de hearing van 17 juni j. 1.waarbij de wethouder helaas niet aanwezig was, bleek hoe groot de onrust hierover is. Ik zou hierover de volgende twee vragen willen stellen. 1. Waarom was de wethouder niet aanwezig bij de belangrijke hearing van 17 juni? 2. Is het college bereid de kindercentra en ons vóór 1 augustus a. s. mede te delen op welke manier de subsidie 1975 zal worden ver deeld? De heer BECKERS: Ik wil twee problemen aan de orde stellen, in de eerste plaats het voetgangersdomein. Over het functioneren van het voetgangersdomein in de Bredase binnenstad kan verschillend worden gedacht. Naast de vele voordelen zijn er ongetwijfeld ook enkele nade len. Voor de problemen van de aan- en afvoer voor winkels en andere bedrijven is een bevredigende oplossing gevonden. Er resteert echter nog een probleem, dat economisch minder "hard" doch sociaal minstens even belangrijk is. Het gaat hier om de minder validen, onder wie som mige bejaarden. Voor hen zijn steeds grotere delen van de binnenstad onbereikbaar geworden en zij worden daardoor in feite gediscrimineerd bij hun bezoek aan winkels, kantoren, familie enz. Noch een eventu ele auto, noch een taxi, noch een bus kan hen op deze plaatsen brengen. Met het oog hierop stel ik de volgende vragen. 1. Is het college van b. en w. bereid de belangen van de door mij bedoelde medeburgers een zeer hoge prioriteit te geven bij de even tuele uitbreiding van het voetgangersdomein in de toekomst? 2. Is het college bereid op korte termijn bijvoorbeeld vóór 1 augustus 1975 -- maatregelen voor te stellen waardoor het gehele huidige voetgangersdomein voor deze mensen toegankelijk en bereik baar wordt? 3. Willen b. en w. op korte termijn maatregelen nemen om ook het stationsgebouw voor deze groep bereikbaar te maken? Vervolgens enkele vragen over het open jongerencentrum. Op 10 juni j. 1. werden alle leden van de gemeenteraad op de hoogte ge bracht van de stand van zaken met betrekking tot "De Pluu". Deze in formatie was niet afkomstig van het college maar van het open jonge rencentrum zelf; het blijkt er niet zo best voor te staan. Over het ge bouw, dat er al had moeten zijn, bestaat nog steeds geen zekerheid. Over de steun van C.R.M. is minder zekerheid dan een tijd geleden werd, verondersteld. Dienaangaande schijnen gesprekken tussen wethouder Van Graafeiland en de staatssecretaris te worden gevoerd. a. Is het nu definitief zeker dat een gedeelte van het gebouw van de g. t. s. voor "De Pluu" zal worden ingericht? b. Wat gebeurt er met de rest van het gebouw van de g. t. s. c. Op welke datum kan "De Pluu" zijn accommodatie in ge bruik nemen? d. Willen b. en w. ons informeren over doel en resultaten van alle gevoerde en nog te voeren ges pare kken over dit onderwerp tussen vertegenwoordigers van C. R. M. en de gemeente? Willen zij voorts spoed achter deze gesprekken zetten? e. Welk beleid denkt het college te gaan voeren als de finan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 505