14 AUGUSTUS 1975
522
waardoor gevaar voor omwaaien bij wind van enige betekenis, niet
denkbeeldig was.
De vier nog gezonde bomen in het betreffende straatdeel zijn blij
ven staan.
2. Het rooien van de bomen is thans gebeurd, omdat het nu gecoör
dineerd kon gebeuren met werkzaamheden van openbare werken
aan de bestrating en van het energie- en waterbedrijf, dat de gas
leiding ter plaatse moest vernieuwen.
3. Er is niet gekozen voor het systeem van geleidelijke vervanging
omdat alle gerooide bomen ongeveer in dezelfde slechte staat ver
keerden. De beste oplossing in dit geval was naar onze mening het
gelijktijdig rooien van alle elf bomen en deze door jonge bomen
vervangen. Voor dit laatste zal uiteraard het plantseizoen afge
wacht moeten worden. Op deze wijze wordt onzes inziens het
straatbeeld het minst geschaad.
4. Wij zijn van mening, dat het alleen dan zinvol is over een bepaal
de zaak overleg te plegen als alternatieven oplossingen denkbaar
zijn. Wat het rooien van bomen in het algemeen betreft zou dit
het geval kunnen zijn, doch in het onderhavige geval was dat niet
mogelijk, omdat het antwoord op de vraag of oude en versleten en
onder sommige omstandigheden gevaar opleverde bomen gerooid
moeten worden slechts positief kan zijn.
Wel was mogelijk geweest de bewoners van tevoren kennis te ge
ven dat en waarom de bomen gerooid moesten worden. Dit is tot
onze spijt verzuimd.
5. Zie ons antwoord op vraag 4.
6. Wij zijn van mening, dat het geen zin heeft de bewoners in dit
stadium nog te berichten, dat de bomen gerooid zijn.
7. In den vervolge zal, als in een bepaalde straat alle of een groot
aantal bomen gerooid moeten worden tijdig tevoren bij de bewo
ners een circulaire in de bus gedeponeerd worden, waarin van het
hoe en waarom melding gemaakt zal worden.
Voor wat het algemeen gedeelte van uw brief betreft zij nog het volgen
de vermeld:
Wij zijn van mening, dat alleen dan van "kapwoede" gesproken zou kun
nen worden als zonder geldige reden her en der bomen gerooid zouden
worden.
Het zal u ongetwijfeld bekend zijn, dat ons college zeer behoudend is,
waar het de instandhouding van het groen in de stad betreft.
Zoals uit bovenstaande antwoorden blijkt zijn in de Valkenierslaan geen
gezonde bomen gerooid.
Naar onze mening is er in dit geval alleen sprake van een noodzakelijke
tijdelijke verandering in het straatbeeld.
VRAAG (gesteld ing. art. 40, 2e lid R. v. O.
De heren DREEF, JONGENEEL, MARTENS, VAN MALE.
1. Wat zijn de maatregelen die uw college heeft getroffen om met
behulp van de door de rijks overheid ter beschikking gestelde mid
delen, naast de DACW objecten, de werkgelegenheid in Breda te