14 AUGUSTUS 1975 536 meevoelen met de laatste opmerking van de heer Beckers met betrek king tot de vertegenwoordiging namens de gemeenteraad. Deze kwestie is nog niet geregeld, waarschijnlijk omdat het een ingewikkelde mate rie is. Misschien is de tijd te kort, maar ik zou eigenlijk willen voor stellen deze besluitvorming schriftelijk door te geven waardoor onze twee vertegenwoordigers, rekening houdend met de suggestie onder B, toch naar bevind van zaken kunnen handelen. Het valt namelijk te verwach ten dat in het schap nogal wat geknokt zal moeten worden en ik denk dat onze besluitvorming, die hier voor ons ligt, onze vertegenwoordigers tot steun kan zijn. Bovendien kunnen zij dan vanuit hun deskundigheid naar bevind van zaken handelen en daarom zou ik u deze suggestie toch willen meegeven. De VOORZITTER: Door de heren Beckers en Van Dongen is een tweetal onderwerpen uit mijn portefeuille aangeroerd. In de eerste plaats is daar het vraagstuk van de "verantwoordingsplicht". Eigenlijk is dit een verkeerd woord, in ieder geval een ander woord dan in de Ge meentewet wordt bedoeld. De raad heeft kunnen constateren hoe het college zich in dezen opstelt en aan het eind van het besluit valt te le zen dat de twee vertegenwoordigers worden uitgenodigd om bij de be sluitvorming in de recreatieraad rekening te houden met hetgeen door uw raad wordt geformuleerd en besloten. Dit impliceert verschillende dingen. In de eerste plaats veronderstelt een gemeenschappelijke rege ling- dat geldt ook voor andere gemeenschappelijke regelingen die lang niet allemaal vergelijkbaar zijn- het geven van vertrouwen aan anderen. Dat betekent ook dat degenen, die in het schap of in een an dere instelling zijn benoemd, van een groot vertrouwen mogen uitgaan. De uitlating die in het voorstel van burgemeester en wethouders is ge daan betekent in ieder geval dat het college van oordeel is dat de ver tegenwoordigers niet met een bindend mandaat kunnen worden wegge stuurd. Dit mag met grote nadruk worden gezegd, want het houdt tege lijkertijd in- dat is een overweging die wij hier zeker bij willen noe men- dat de verhoudingen tussen de deelnemende gemeenten en een dergelijk schap in ieder geval zuiver moeten blijven. De laatste zin snede in het voorstel, dat dit tegelijkertijd zou kunnen betekenen dat de vertegenwoordigers hun boodschap in deze geest in het schap zouden moeten verkondigen, betekent naar mijn idee ook dat het tot de moge lijkheden moet behoren de besluiten van deze raad schriftelijk aan het recreatieschap mee te delen. De notulen kunnen uiteraard niet worden overgelegd, maar ik meen dat mijn antwoord op de gestelde vraag aansluit. De tweede opmerking die gemaakt is betreft de taak van het stadsgewest in deze aangelegenheid. Ik geef de heer Beckers gaarne toe dat ik bij een eerdere gelegenheid ten aanzien van de rijwielpaden in de Baronie van Breda heb gezegd dat het mij als voorzitter van het stads gewest aantrekkelijk leek deze dingen goed te bekijken en voor zover mogelijk in het stadsgewest in te passen. Nu zijn er ongeveer 46 ver schillende regelingen die bovendien vaak grensoverschrijdend zijn, dus het is niet eenvoudig ze in een stadsgewest in te passen, vooral ook niet omdat wij niet precies weten hoe de toekomstige bestuurlijke organisa tie eruit zal zien. Daarnaast is er een tweede argument dat ik in dit verband graag zou willen noemen, namelijk het feit dat het stadsgewest eigenlijk al moeite genoeg heeft om de werkelijke urgente kwesties op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 536