537
14 AUGUSTUS 1975
tijd op poten te zetten. De prioriteit van het structuurplan en vele ande
re dingen staat bij het stadsgewest duidelijk op de eerdste plaats en wat
De Biesbosch betreft is er noch van de kant van De Biesbosch noch van
de kant van het stadsgewest zelf enig initiatief genomen, zodat niet te
verwachten valt dat er op zeer korte termijn maatregelen genomen zul
len kunnen worden.
Met betrekking tot het eerste punt heb ik de heer Beckers nog
vergeten te zeggen dat er ten aanzien van de "verantwoordingsplicht"
al met al voldoende aanleiding is om dit gehele probleem nog eens in
de -commissie algemene zaken aan de orde te stellen.
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik meen dat het college er in
algemene zin gelukkig mee kan zijn dat de raad dit voorstel in zijn in
tentie geheel ondersteunt, hetgeen de behandeling van dit voorstel en
onze besluitvorming in de recreatieraad alleen maar ten goede kan ko
men. De heer Beckers is begonnen met een aantal opmerkingen over de
plaats van dit basisplan in het kader van de wettelijke mogelijkheden
en daarin heeft hij dan ook volkomen gelijk. Dit is geen plan op basis
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en als zodanig kan men dan ook
geen gebruik maken van de wettelijke bevoegdheden die daaraan kunnen
worden ontleend. De ruimtelijke voorwaarden voor een en ander dienen
als men het basisplan wil uitvoeren, in de gemeentelijke bestemmings-
en structuurplannen te worden opgenomen. Omdat de gemeenten terzake
autonoom zijn en hun bevoegdheden daartoe niet aan het schap hebben
overgedragen vindt u ook in de besluitvorming van de recreatieraad, zo
als aie door het dagelijks bestuur aan die raad is voorgelegd, terug dat
de gemeenten die hun grondgebied binnen het schap hebben worden uit
genodigd hun bestemmingsplannen op dit basisplan te baseren.
Wat dat betreft zou ik er even op willen wijzen dat het schap in
1969 is opgericht op een moment dat men nog niet zoveel had nagedacht
over het spanningsveld tussen milieubehoud en recreatie, dat na de slui
ting van de Haringvliet in De Biesbosch zou ontstaan. Nu behoort men
in te zien dat de continuïteit van de recreatiemogelijkheden in De Bies
bosch alleen maar gebaat is bij een grote mate van milieubehoud ter
plaatse, want anders zou er over enige jaren totaal niets meer te beleven
zijn. Het is daarom in beider belang- dit is ook al door de heer Koerts-
huis opgemerkt- dat het milieu in de Biesbosch wordt behouden. De op
vattingen daarover van de andere gemeenten, die deelnemen in het
schap, komen ons uiteraard pas in de recreatieraad ter ore maar op pa
gina 2 van de beleidsnotitie vindt u in ieder geval terug dat reeds in het
bestemmingsplan van bijvoorbeeld de gemeente Made-Drimmelen een
nadrukkelijke betekenis is toegekend aan de natuurwetenschappelijke
waarde van het Biesboschgebied als zodanig. Wat dat betreft zouden wij
naar mijn mening iets positiever naar de vergadering van a. s. maandag
kunnen uitkijken dan hier van de zijde van de raad voor het voetlicht is
gebracht.
Voorts bestuurlijke aspecten van het schap in relatie tot de ge
meenten. Ik heb reeds uiteengezet dat het schap geen bevoegdheden in
gevolge de Wet op de Ruimtelijke Ordening heeft, want die bevoegdhe
den zijn aan de diverse gemeentebesturen voorbehouden. Wel heeft het
schap een signalerende bevoegdheid. De verordenende maatregelen op
basis waarvan het schap zelf kan optreden moeten worden ontleend aan