539
14 AUGUSTUS 1975
gen van de heer Beckers met betrekking tot het vierde spaarbekken. Ik
vind zijn stellingname wat ongenuanceerd wanneer hij zegt dat het
vierde spaarbekken slechts mag worden gerealiseerd indien het totale
milieu behouden blijft. Ik denk dat dit bij een vestiging van zo"n vier
de spaarbekken nooit het geval zal zijn, want in plaats van een polder
komt er water en het milieu verandert dus. Naar mijn opvatting zouden
wij het volgende standpunt terzake moeten innemen. Eerst moet nadruk
kelijk worden aangetoond dat het vierde spaarbekken in het kader van de
watervoorziening nodig is. Momenteel is dat nog zeer kwestieus omdat
alle spaarbekkens qua grootte zijn geraamd op basis van allerlei demo-
grafischei gegevens van enige jaren geleden. U weet dat daar de nodige
verandering in is gekomen, terwijl ook het verwachte explosieve water
verbruik zich aanzienlijk anders ontwikkelt. Het is dus helemaal niet
zeker dat het vierde spaarbekken er komt en naar onze mening dient
ook vanuit het schap zeer nauwlettend te worden toegezien op de be
sluitvorming, die inzake het vierde spaarbekken binnen het waterwinbe-
drijf tot stand komt. Die besluitvorming dient overigens heel nadrukke
lijk op noodzaken te worden gebaseerd. De directeur van het waterwin-
bedrijf heeft inmiddels al toegezegd dat, indien een vierde spaarbekken
wordt aangelegd, dit in ieder geval zoveel kleiner wordt dan de overige
bekkens dat een belangrijk deel van het gebied De Dood, dat aan de
noord-oostzijde van het hart van De Biesbosch ligt, behouden blijft. Op
zichzelf kan dus wel van een positieve instelling worden gesproken. O-
verigens heb ik van de directie van het waterwinbedrijf bepaald niet de
indruk gekregen dat men het vierde spaarbekken persé zal willen aan
leggen als dat niet nodig is; integendeel. Wel zou ik u erop willen wij
zen dat het, wanneer die noodzaak in het kader van de waterwinning
aanwezig is. strikt reëel is wanneer het spaarbekken ter plaatse wordt
gepland. De technische outillage, het gehele pompstation en het lei-
dingennet naar Rotterdam en omgeving zijn namelijk geheel qua capa
citeit op al die spaarbekkens afgestemd en dat betekent dat wij maat
schappelijk gezien een enorm stuk kapitaalvernietiging zouden veroor
zaken wanneer wij ergens anders zo'n bekken met eigen voorzieningen
zouden realiseren.
De heer Koertshuis heeft zijn ongerustheid uitgesproken met be
trekking tot de naleving van de gebruiksvoorschriften en de controle op
de maatregelen. Ik ben niet in staat zijn ongerustheid weg te nemen
omdat die naleving zoals gesteld vrijwel geheel in handen van de diver
se gemeentebesturen is en als zodanig afhankelijk is van de mate waar
in zij dat willen doen. Op de bevoegdheden van het schap ben ik reeds
ingegaan. De suggestie om in dit gebied een aantal mensen, die er om
welke reden dan ook toch moeten zijn, een onbezoldigde opsporingsbe
voegdheid te geven lijkt mij op zichzelf bijzonder aardig en ik ben dan
ook van mening dat zij zeker naar de recreatieraadsvergadering kan wor
den meegenomen.
De voorzitter heeft al toegezegd dat het besluit morgen schrif
telijk aan het dagelijks bestuur zal worden toegestuurd en opdat men al
vast aan dat besluit heeft kunnen wennen zijn preadvies en besluit een
dag of veertien geleden reeds aan het dagelijks bestuur gezonden. Ik
meen hiermede de meest saillante opmerkingen te hebben beantwoord.
De heer WELSCHEN: In tweede instantie wil ik namens de fractie