53 13 FEBRUARI 1975 Wethouder VAN DUN: Het is meer dan tien dagen. Niet alleen moeten de raad de stukken op een ordentelijke manier worden aange boden» maar bovendien vindt vóór de raadsvergadering de commissie vergadering plaats, terwijl de stukken vóór de commissievergadering gereed moeten zijn en het college moeten hebben gepasseerd. Als de aanschaf van elke machine in het college moet worden behandeld, in de commissie moet worden behandeld, in de raad moet worden behan deld en door gedeputeerde staten moet worden goedgekeurd, bestaat de kans dat de aan te schaffen machine nadat de procedure voltooid is volkomen verouderd is. Dat is eigenlijk de kern van de zaak. Mevrouw PAULUSSEN: De wethouder heeft aan het begin van zijn betoog gezegd dat hij het moeilijk vindt met mij te discussiëren; graag zal ik nog eens vernemen waarom hij dat moeilijk vindt. Wethouder VAN DUN: Dat hebt u verkeerd begrepen. Altijd graag! Mevrouw PAULUSSEN: Neemt u mij niet kwalijk. Vervolgens iets over de arbeidsbesparende methoden. Wanneer straks tot de voorgestelde methodiek wordt besloten, lijkt het ons ge wenst dat dit aspect in de commissie voor openbare werken kritisch wordt gevolgd wanneer het "moederbesluit" voor de aanschaffing van machines aan de orde komt. Hoewel de onderhavige methodiek dan niet ongebruikelijk is, zou ik nog een poging willen wagen en de wethouder van bedrijven willen vragen hoe hij daarover denkt en of hij bereid is deze kwestie in de commissie voor de bedrijven aan de orde te stellen. Wij zijn van me ning dat een eenmaal genomen besluit dat gedurende enkele jaren is toegepast kritisch kan worden bekeken teneinde na te gaan wat de voor- en nadelen ervan zijn en of het gewenst is ermee te blijven werken. De heer Geene heeft in dit verband opgemerkt dat de commissie voor algemene zaken indertijd over verdergaande delegatie van bevoegdhe den heeft gesproken, een onderwerp aat ook in onze fractie aan ae orde is geweest. Ook ten aanzien van die ontwikkeling kan men zich af vragen of men haar thans nog onderschrijft. Een eenmaal genomen be slissing ligt naar onze mening niet voor nu en altijd vast. De heer VAN DUIJL: Aangezien ik wel eens iets met bedrijven te maken heb, zou ik hierover eveneens iets willen zeggen. Ik geloof dat mevrouw Paulussen enigszins in verwarring is geraakt, want de eenja rige kredieten waarvan bij het EnWa-bedrijf sprak is hebben geen be trekking op de aanschaffing van machines maar op de aanschaffing van materiaal dat men nodig heeft voor het aanleggen van kabels, pij pen en dergelijke. Mevrouw PAULUSSEN: Dat hadden wij begrepen! De heer VAN DUIJL: In het desbetreffende voorstel staat exact vermeld hoeveel meter pijp men bijvoorbeeld nodig heeft. Dat is heel iets anders dan machines. Als het EnWa-bedrijf zijn wagenpark wil vernieuwen, komt dat via het vervoerbedrijf aan de orde. Wethouder SANDBERG: Wanneer mij wordt gevraagd of ik in prin cipe bereid ben de onderhavige methodiek nog eens in de commissie voor bedrijven aan de orde te stellen, luidt mijn antwoord uiteraard

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 53