14 AUGUSTUS 1975 558 niet ingegaan. Wij zouden deze aangelegenheid gaarne door een com missie van raadsleden en ambtenaren goed op schrift gesteld zien. Wel licht kan eerst een discussienota worden geproduceerd waar ook de bur gerij bij wordt betrokken, waarna in de raad een beslissing over deze be leidskwestie kan worden genomen. De heer TEN WOLDE: Ik zou nog enkele korte opmerkingen wil len maken. Ik ben in ieder geval gelukkig met de toezegging van de wethouder dat hij een nota op dit gebied wil produceren. Met de heer Geene ben ik het eens op het punt van de prijsdifferentiatie, waaraan met name in de grondprijspolitiek van de gemeente aandacht moet wor den besteed. De wethouder heeft mijn opmerking echter niet helemaal juist begrepen, want het voorliggende voorstel om een prijsverhoging van meer dan 5 °jo in te voeren teneinde de achterstand in te halen wordt wel door onze fractie onderschreven. Het zou namelijk niet zinnig zijn wanneer de gemeente gronden tegen prijzen benaden de kostprijs ver kocht, of althans benöden de geraamde winsten die daarin voorkomen. De wethouder heeft in zijn antwoord gesteld dat wij niet voor een toekomstige aanpassing aan de prijzen van de Haagse Beemden zou den zijn en ook dat is niet helemaal juist. Ik heb alleen maar gezegd dat het op dit moment een schijnargument is om een snelle verhoging te rechtvaardigen. Met betrekking tot de verhoging van 35 heb ik nog een vraag gesteld, namelijk om welke reden deze achterstand niet eer der is gesignaleerd en welke mogelijkheden er zijn om de prijsverhogin gen wat geleidelijker door te voeren. Met betrekking tot de plotselinge verhoging heb ik op het regionale effect gewezen en ik zou u namens onze fractie willen verzoeken in de nota uitdrukkelijk aandacht te be steden aan het regionale aspect van de kostprijsstelling en de vaststel ling van de verkoopprijs. De heer GEENE: Het is niet zo dat alleen Breda met de uitgifte prijzen voor grond worstelt, want andere grote gemeenten kennen dit zelfde probleem. In Amsterdam bijvoorbeeld, waar men uitsluitend gronden in erfpacht uitgeeft, wordt de canon afhankelijk van gebruik en ligging vastgesteld, dus ook daar is sprake van differentiatie. Of men nu koopt dan wel een canon betaalt, in beide gevallen kost het geld hoewel dat in het ene geval meer is dan in het andere. Als de Ho ge Vucht ter sprake wordt gebracht wil ik er toch wel op wijzen dat de overheid in het verleden voor mijn gevoel te strenge normen ten aanzien van de grondprijs heeft gehanteerd. Wij weten allemaal hoe wij hebben moeten tobben om het verlies, dat door de gesubsidieerde woningbouw op de grondpool werd geleden, enigszins goed te maken door de ver koop van gronden ten behoeve van winkel- en kantorenbouw. Verder moet ik constateren dat de heer Crul net zoals wij alle maal niet helemaal tevreden is over de gronduitgiftepolitiek. Dat is niet nieuw, wij weten alleen tot nu toe niet hoe het beter zou kunnen en wij wachten dan ook gaarne de door de wethouder toegezegde nota af. Het is echter wel opvallend dat de heer Crul niet afwijzend staat tegenover de extra opbrengsten, want hij heeft zelfs suggesties ten aan zien van de bestemming daarvan gedaan. De heer HOUBEN: Ik zou gaarne nog wat meer informatie van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 558