55
13 FEBRUARI 1975
zich aanmelden is dan ook op haar plaats. Wij hopen dat de ambtena
ren in staat zullen zijn een en ander goed te volgen.
Wethouder DE RAAFF: Het gebeurt niet alle dagen dat men iets
kan presenteren dat uiteindelijk tot resultaat heeft geleid, zodat men
een goede dag heeft als dat eens een keer wil lukken! Wij zijn sedert
1965 met deze affaire bezig geweest, maar dit heeft nooit tot resultaat
geleid. Uiteindelijk is er nu dan door een samenspel van alle krachten
toch een mogelijkheid gekomen om iets aan dit nijpende probleem te
doen.
De heer Oomen heeft, zoals hij ook al in de commissievergadering
had gedaan, om cijfers gevraagd. Ik houd er persoonlijk van indien
dit enigszins mogelijk is, cijfers over te leggen. Nadat ik had getracht
cijfers te bemachtigen, ben ik tot de conclusie gekomen dat de "dienst
verleners" zich meer bezighouden met het geven van een hogere prio
riteit aan de dienstverlening dan aan het voor statisticus spelen. Op
dit ogenblik kan ik de heer Oomen dan ook geen c'ijfers voorleggen
waar hij wijzer van kan worden. Ik beschik wel over enige cijfers, maar
deze verschaffen geen duidelijk inzicht. Als het nu op te richten insti
tuut eenmaal functioneert, zullen er wel cijfers beschikbaar komen,
zodat men, zoals de heer Oomen heeft gevraagd, regelmatig van de
gang van zaken op de hoogte kan worden gehouden. Dit wil niet zeg
gen dat er iedere drie maanden een verslag moet worden uitgebracht,
maar er moet mijns inziens wel een jaarverslag komen zodat wij op
gezette tijden de ontwikkeling kunnen volgen.
Het merkwaardige is dat wij al jarenlang met een bepaalde proble
matiek worden geconfronteerd en naar een oplossing zoeken, maar dat
wij in feite zouden moeten hopen dat het project mislukt omdat dit
zou betekenen dat de mensen niet in een acute noodsituatie verkeren.
Het is dan ook niet de bedoeling dat het project rendabel wordt. Hoe
minder mensen in dit instituut terecht komen, hoe beter het eigenlijk
is: het project is immers op touw gezet om een noodsituatie op te los
sen.
Overigens is het geenszins de bedoeling een tehuis in te richten
waar men lang zal verblijven en waar uitvoerig aan begeleiding wordt
gedaan. Het is de bedoeling acute noodgevallen op te vangen en de
Betrokkenen met hulp van de bestaande instanties in Breda te brengen
waar zij terecht zouden moeten komen. Er komt dus geen nieuw insti
tuut tot stand. Zoals met wellicht een enigszins merkwaardige formu
lering in het voorstel staat, past de te creëren voorziening in een "el
kaar uitsluitende reeks van voorzieningen", waarmee wordt bedoeld
dat men samenvallende activiteiten wil vermijden. Men gaat geen
activiteiten ondernemen die reeds door andere instituten worden onder
nomen. Het is de bedoeling de mensen te verwijzen naar instituten die
verdere hulp zouden kunnen bieden.
Ik meen dat ik de opmerkingen van de heer Eissens reeds heb be
antwoord door te zeggen dat wij de gang van zaken kritisch willen vol
gen en attent willen zijn op eventuele nieuwe ontwikkelingen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.