14 AUGUSTUS 1975
560
gemeente Breda.
Ik denk dat ik de heer Crul wat de Hoge Vucht betreft niet kan
overtuigen. Hij heeft ook al op voorhand aangekondigd dat de federatie
van fracties tegen het voorstel zal stemmen, maar hoe sympathiek ik
ook sta ten aanzien van de Hoge Vucht-situatie, uit een oogpunt van
prudent beleid vind ik het niet juist om een nu in één onderdeel van de
grondpool geconstateerd eenmalig voordelig saldo aan te wenden ten
behoeve van de leefbaarheid van de Hoge Vucht. Ik moet eerlijk zeg
gen dat ik moeite met de opstelling van de heer Crul heb, want van de
kant van de heer Crul en de zijnen is meermalen gesteld dat zij zich
op voorhand niet kunnen uitspreken over het nemen van beslissingen
zonder dat de integrale visie op een bepaalde problematiek op tafel
ligt. Ik vind dat hij op deze manier eigenlijk een beetje tegen zijn ei
gen uitgangspunten zondigt, althans zo komt het bij mij over.
Wat betreft de woorden van de heer Grosveld, dat de optimali
sering van de grondprijzen noodgedwongen in de saneringsgebieden
plaatsvindt, wil ik één opmerking maken. De saneringsgebieden zitten
niet in de grondpool doch in een aparte pool en juist die gebieden zijn
bijzonder risicodragend. Ik geloof dat daaruit niet de conclusie mag
worden getrokken dat van de woonfunctie in de binnenstad niets terecht
komt. Enerzijds vanuit het beleidsuitgangspunt van het college ten aan
zien van Gerardus Majella, waar hoe dan ook wordt waargemaakt dat
er voor dezelfde categorie bewoners herbouwd gaat worden, en ander
zijds ook in de richting van andere gebieden die in het binnenstadsrap
port worden genoemd meen ik, dat door het college aan uw raad voor
stellen moeten worden gedaan om de keuze tussen de functies straks mo
gelijk te maken. Wanneer de keuze dan op de woonfunctie valt zal het
ons geld kosten, dat heb ik in het kader van de binnenstad al verschil
lende malen gezegd. Het is ook in dat opzicht prettig dat terzake van
de woonfunctie in het kader van de Wet op de Stadsvernieuwing bijdra
gen krachtens de locatiesubsidie te vergeven zijn, maar het zal toch
een harde dobber worden.
Het zal duidelijk zijn dat het instellen van een commissie ad
hoe door het college niet wordt ondersteund. Ik meen dat wij de preten
tie mogen hebben dat wij met college en ambtelijk apparaat de belof
te, die ik de raad terzake van de nota heb gedaan, kunnen nakomen.
De heer Ten Wolde is blij dat ik de nota heb toegezegd. Ik
meen zijn opmerkingen in tweede instantie in het juiste kader te heb
ben geplaatst, mijn excuses voor een aantal misverstanden bij de beant
woording in eerste instantie. Er blijven dan nog twee vragen van de
kant van de heer Ten Wolde over. Waarom ineens de stijging van 25 0
5 34 Wel, dat is niet anders te verklaren dan door op dit moment
te constateren dat vergelijkbare gronden voor villa- en bungalowbouw,
die zich in particuliere handen bevinden, in prijs eveneens tot dit ni
veau zijn gestegen. Daar ligt weinig calculatie aan ten grondslag. Zijn
vraag, of de grondprijzen van de gemeente Breda in een regionaal ka
der kunnen worden geplaatst, kan interessant zijn en ik wil dan ook
graag via de voorzitter van het stadsgewest proberen een ingang te vin
den om -- misschien ook voor onze raad -- wat visie te krijgen op de
grondprijzen in het stadsgewestelijk gebied van Breda.
Hierna wordt het voorstel in stemming gebracht en met 25 tegen