561
14 AUGUSTUS 1975
12 stemmen aangenomen.
VOOR stemmen: de heren Lambregts, Veelenturf, Van Banning,
Van Dun, Brummelkamp en Visser, mevrouw Van Rooij-Van den Heu
vel, de heren Goos, De Raaff, Dees, Sandberg, Van Asseldonk, Ten
Wolde.Van Graafeiland, Van den Wijngaard, Eissens, Taks, Koertshuis,
Suurmeijer, mevrouw jager-Middelbeek, de heren Van Dongen, Geene,
Broeders, Kramer en Van Duijl.
TEGEN stemmen: de heren Jongeneel, Beckers, Welschen, Hou-
ben en Crul, mevrouw Paulussen, de heren Martens, Van Male, Dreef,
Oomen, Hendriksen en mevrouw Stutterheim-Edeling.
Aan de orde is voortzetting van de behandeling van:
12. bijlage nr. 221
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ONBE
WOONBAARVERKLARING VAN DE WONING PRINSENKADE 9.
Wethouder VAN DUN: Ik meen dat wij als college deels sym
pathie voor de motie van de heer Brummelkamp moeten hebben, maar
deels zadelt zij ons op met een probleem dat ik in deze beantwoording
graag even aan de orde wil stellen. Wat is er namelijk gebeurd? De ei
genaar-bewoner van het pand Prinsenkade 9 heeft het huis in een zoda
nige situatie laten geraken dat wij daar kritisch tegenover moeten
staan. Dan zegt de gemeente Breda dat het huis onbewoonbaar verklaard
kan worden en wij stellen dat de raad ook voor. De inspecteur volkshuis
vesting is het er ook mee eens, maar de heer Brummelkamp vindt het
triest dat er weer een gat in de stad valt. Hij vraagt in dat verband
hoe het met het beschermd stadsgezicht staat. Het is voor mij het ge
makkelijkst om van achteren naar voren te beginnen. De heer Brummel
kamp vraagt wat er met het beschermd stadsgezicht in Breda aan de
hand is. Zoals alle gemeenten in Nederland heeft ook Breda opdracht
gekregen tot een beschermd stadsgezicht te komen en de leden van de
commissie ruimtelijke ordening weten dat dit stadsgezicht in grote lij
nen klaar is. Er ligt een dik boek gereed waar een heleboel dingen in
staan, maar de uiteindelijke afwerking van het geheel, het neerleggen
van een en ander in besluiten e. d. wat in het kader van de wetgeving
noodzakelijk is, heeft nog niet plaatsgevonden. Dat betekent dat de ge
meente Breda wat dat betreft niet voldoet aan de wettelijke voorschrif
ten, zoals dat met vele gemeenten in het land het geval is. Wij heb
ben de inspecteur ruimtelijke ordening reeds enige tijd geleden geschre
ven dat wij er niet in slagen het beschermd stadsgezicht binnen de wet
telijk voorgeschreven termijn te realiseren; wij komen er gewoon niet
mee klaar. Dit is dus -- nogmaals -- meegedeeld aan de inspecteur
ruimtelijke ordening en bovendien is het geen unieke situatie in Neder
land. Dit hangt samen met punt 3 van de motie, waarin de heer Brum
melkamp ons voorstelt zo spoedig mogelijk die maatregelen voor te
bereiden, welke de raad in het kader van de aanwijzing tot beschermd
stadsgezicht dient te nemen. Het is duidelijk dat wij er bovenop moe
ten blijven zitten om deze kwestie zo snel mogelijk voor elkaar te krij
gen. Als zodanig is punt 3 van de motie voor ons dan ook geen probleem.