14 AUGUSTUS 1975
562
Wat betekent de onbewoonbaarverklaring nu eigenlijk? Zij be
hoeft niet noodzakelijkerwijs te betekenen dat ter plaatse een gat ont
staat. Ik wil echter niet verhelen dat, als men een pand onbewoonbaar
verklaart en de eigenaar-bewoner niet tot activiteit komt, het gevaar
van verkrotting bestaat en dat is het probleem waar wij over praten.
Daarom --ik wil dat de raad niet onthouden hebben wij gepoogd
het pand voor een redelijke prijs in eigendom te krijgen en ik kan de
raad mededelen dat dit volledig is mislukt. Wij komen dan bij punt 2
van de motie van de heer Brummelkamp, waarin staat: ten aan
zien van bewoonde monumenten een actiever aanschrijvingsbeleid te
voeren". Daar heb ik het wat moeilijk mee, want u weet wat het aan
schrijvingsbeleid in het kader van de Woningwet inhoudt. De gemeente
is bevoegd een eigenaar aan te schrijven om te bereiken dat hij iets aan
zijn huis laat doen. Nu is dat terzake van panden die verhuurd zijn
geen probleem omdat de huurder zich tijdig tot de gemeente wendt, de
noodlottige situatie van het pand aan de gemeente beschrijft en de na
latigheid van de eigenaar duidelijk maakt. Wij krijgen dan een signaal
van buiten op grond waarvan wij ons aanschrijvingsbeleid gaan uitvoeren.
De Woningwet sluit niet uit dat de eigenaar-bewoner wordt aangeschre
ven, maar het signaal is gewoon moeilijker op te vangen. De eigenaar
die zijn eigendom al of niet doelbewust verslingert zal zich nooit tot
de gemeente wenden en dat betekent dat de gemeente moet pogen in
zicht te krijgen in de situatie van alle panden, die door een eigenaar
worden bewoond. Dat is het cruciale punt, want wij hebben geen wo
ningcartotheek en ook geen beschrijving van het interieur van elke wo
ning. Waarschijnlijk hebben wij ook niet de mogelijkheid om zomaar
overal binnen te vallen en het is dus een moeilijke situatie. Van de si
tuatie van het betreffende pand zijn wij overigens wel op de hoogte en
wanneer de heer Brummelkamp ons dan ook verzoekt ten aanzien van
bewoonde monumenten een actiever aanschrijvingsbeleid te voeren wil
ik hem dat graag toezeggen, maar ik wil dat wel relativeren in het ka
der van hetgeen ik hiervoor reeds heb gezegd. Wij zijn werkelijk niet
in staat de inwendige situatie van alle bewoonde monumenten in Breda
op papier te zetten. Ik wil de heer Brummelkamp toezeggen dat wij
een actief aanschrijvingsbeleid zullen voeren, maar ik moet echt de
tijd hebben om het "hoe" en de consequenties daarvan intern in het col
lege en met het ambtelijk apparaat te bespreken.
Punt 1 van de motie luidt als volgt: al het mogelijke te
doen om het pand Prinsenkade 9 voor verder verval te behoeden". U
weet dat wij reeds hebben getracht het pand te kopen en dat deze po
ging mislukt is. De toezegging is gedaan de heer Brummelkamp
weet dat ook uit het gevoerde vooroverleg -- dat wij terzake van het
Eand Prinsenkade 9 zullen bezien of wij op een of andere manier binnen
et kader van de vigerende subsidieregelingen, die niet iedereen even
duidelijk zijn, iets kunnen doen.
Kort gezegd willen wij de motie gaarne overnemen met een
kleine restrictie ten aanzien van punt 2.
De heer BRUMMELKAMP: Punt 3 van de motie betreft slechts
een uitnodiging aan burgemeester en wethouders om voorbereidende
maatregelen te nemen en het is jammer dat dit niet is gebeurd. Er be
staat een mogelijkheid om delen van het beschermd stadsgezicht, die