563 14 AUGUSTUS 1975 geen monument zijn, te slopen en misschien kunnen wij in dat kader, vooruitlopend op het bestemmingsplan, vast maatregelen nemen. Een schrijver in het Tijdschrift voor Overheidsadministratie heeft er al op gewezen dat het, als het bestemmingsplan er komt doch men daarin geen speciale regels opneemt of als het bestemmingsplan er nog niet is en men geen speciale maatregelen neemt, altijd nog mogelijk is om te slopen. Het is niet mogelijk te verbouwen of wijzigingen aan te bren gen, maar het blijft wel mogelijk om te slopen en daar zou ik even de aandacht op willen vestigen. Ten aanzien van de bewoonde monumenten heeft Breda een mo- numentenregister, dus men kan nagaan welke panden een monument zijn en dat zijn er niet zo enorm veel. Het moet toch na te gaan zijn welke panden door de eigenaar worden bewoond of, zoals in het geval van de woning Prinsenkade 9, door een mede-eigenaar. Bovendien heeft de gemeente nog altijd de bevoegdheid om, desnoods tegen de wil van de bewoner, een onderzoek in te stellen naar de onderhoudstoestand van een pand, dus de mogelijkheden zijn er eventueel wel. Ik zeg ech ter niet dat wij per se zo ver zouden moeten gaan. De woorden "al het mogelijke" in mijn eerste verzoek willen slechts zeggen dat burgemeester en wethouders, hoe het ook afloopt, de overtuiging moeten hebben dat zij hun best hebben gedaan. Meer kun nen wij niet eisen, maar in dit geval is het ook het minimum dat wij als raad mogen eisen. Wethouder VAN DUN: Ik zou nog één opmerking willen maken. De explicatie van de heer Brummelkamp en mijnerzijds ten aanzien van de punten 1 en 3 is duidelijk. Ten aanzien van punt 2 mag geen misverstand bestaan: ik weet uiteraard dat er een lijst van monumenten is en ik weet in welke panden een eigenaar woont, maar het gaat erom dat wij op dit moment geen inzicht hebben in de kwalitatieve inwendi ge toestand van het geheel en mijn restrictie bij dit punt is dat ik de in druk heb dat het'een "hele hijs" is om dat in kaart te brengen. Men kan dus een actief aanschrijvingsbeleid van het college verwachten, maar ik weet nog niet in welke hevigheid dat losbarst omdat ik eerst nog eens moet bezien wat daarvan de consequenties zijn. De VOORZITTER: Dan stel ik de raad namens het college voor de motie van de heer Brummelkamp c. s. over te nemen met inachtne ming van de door wethouder Van Dun genoemde restrictie. Aldus wordt besloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. 15. bijlage nr. 224 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET VERHO GEN VAN 4 DOORGANGEN IN DE BRANDWEERKAZERNE EN VOOR HHT OMBOUWEN VAN EEN RUWIELBERGING TOT GARA GE. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 563