14 AUGUSTUS 1975
564
16. bijlage nr. 225
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN VOORBEREIDINGSKREDIET
VOOR EEN REHABILITATIEPLAN VOOR HET GEBIED TUIN-
ZIGT-OOST.
Mevrouw PAULUSSEN:In de stukken hebben wij op geen enke
le wijze kunnen lezen dat de deelname van de bewoners in deze en ook
in de volgende fase van het onderzoek is geregeld. Als wij de subsidie
regelingen van C. R. M. in het kader van de samenlevingsopbouw juist
begrijpen is het beleid van C. R. M. erop gericht bewoners van wijk en
buurt zelf mee te laten beslissen en daar ook subsidies voor te geven.
Hoe denkt het college hierover en hoe ver zijn de plannen in verband
met dit voorbereidingskrediet in Tuinzigt-Oost reeds gevorderd?
De heer LAMBREGTS:Het betreft hier een voorstel dat mis
schien in woorden vrij kort is en dat een voor onze gemeenteraad vrij
gering bedrag vertegenwoordigt, maar wij onderschrijven zeer zeker
het belang er van. Wij doen dat niet in de laatste plaats omdat het in
Breda het eerste voorstel in zijn soort is. U toont hiermee aan begrip te
hebben voor de veranderingen die in de loop der jaren automatisch in
buurten en wijken ontstaan, met name in het kader van stadsvernieu
wing en samenlevingsopbouw; u onderkent deze problemen ten opzich
te van het individu, de mens. U toont door middel van dit voorstel niet
alleen begrip maar u geeft ook duidelijk aan hoe uw college meent dit
soort problemen in de toekomst te moeten aanpakken. Wij wensen u
daarmee veel succes en zijn ervan overtuigd dat voorstellen van deze
aard zeer veel kunnen bijdragen tot het verhogen van de levensvreugde
voor onze medeburgers.
Wethouder VAN DUN-.Ik dank de heer Lambregts voor zijn vrien
delijke woorden die wij uiteraard ook aan het ambtelijk apparaat zul
len doen toekomen. Het is inderdaad de eerste keer dat wij over een
rehabilitatiegebied spreken, voor de start waarvan wij een voorberei
dingskrediet beschikbaar willen stellen. Uit gesprekken die wij met an
dere gemeenten en met het parlement over deze problematiek hebben
gevoerd is gebleken dat de steun, die de heer Lambregts ons en straks
ook de uitvoerders in het veld toewenst, niet misplaatst is. Het betreft
een problematiek die zichzelf nog zal moeten "settelen" in het samen
levingsproces en het is geen geringe problematiek. Voorts kom ik aan
de beantwoording in de richting van mevrouw Paulussen. Het betreft hier
een administratief voorbereidingskrediet, met name voor de activitei
ten van de sociografische dienst die eigenlijk al hebben plaatsgevonden.
Uiteraard staat of valt het plan met het meepraten van de bewoners en
zullen wij het behandelen in het kader van het beleid van CUREMA.
Wij zijn voornemens om de raad het eigenlijke plan in september te
doen toekomen.
Mevrouw PAULUSSEN:Als het plan in september in de raad
aan de orde komt, kan het dan van tevoren in de commissies maatschap
pelijke dienstverlening en openbare werken worden besproken? Wij