567
14 AUGUSTUS 1975
conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
22. bijlage nr. 231
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOE-
ming VAN DE LEDEN VAN DE JEUGDADVIESRAAD.
De VOORZITTER:Ten aanzien van dit agendapunt hebt u een
stuk op tafel gekregen en ik verzoek de heer Van Graafeiland daar voor
af nog enkele opmerking over te maken.
Wethouder VAN GRAAFEILAND:Nadat dit voorstel aan uw raad
was aangeboden bleek dat de Jeugdadviesraad weliswaar uit dertien per
sonen bestaat, maar dat één van nen op andere wijze dan door uw raad
wordt aangewezen. Dit is namelijk de secretaris en het gevolg daarvan
is dat in het huidige voorstel één Jeugdadviesraadslid teveel is opgeno
men. Het bestuur van de Jeugdadviesraad heeft terzake contact opgeno
men met één van de leden, die begrip voor de situatie heeft en bereid
is zich van de lijst te laten afvoeren.
De heer KRAMER:Enkele vragen en kritische opmerkingen naar
aanleiding van dit voorstel lijken mij wel op hun plaats. Wanneer men
een jaar over tijd is moet daar een aanwijsbare reden voor zijn. Het
voorstel geeft te weinig informatie en bevredigt mij hieromtrent onvol
doende. Is het bestaande reglement geheel of gedeeltelijk over boord
gegooid en is een nieuw reglement voor de Jeugdadviesraad nog steeds
onderwerp van studie? Als dit zo is, moet dit voorstel dan niet als een
tijdelijke oplossing worden gezien? Met dit gegeven ben ik van mening
dat een aanwijzing met betrekking tot de duur van de zittingsperiode
noodzakelijk is; die zittingsperiode mag zeker geen vier jaar duren. Het
college schrijft verder heel fijntjes over "een selectieprocedure", boven
dien met de toevoeging "intensief" en dat moet dan wel, gezien de be
schikbare tijd. Gaarne zou ik antwoord krijgen op de volgende drie vra
gen:
1. wat is de totale vorm van de toegepaste selectieprocedure?
2. hoe is de samenstelling van de zogenaamde "hoorcommissie"
3. kan de wethouder enige selectienormen mededelen?
Ik heb het gevoel dat het proces zich sterk in de richting van
coöptatie heeft afgespeeld, hetwelk ons inziens beslist geen sterke vorm
van inspraak mag worden genoemd. Ik betreur dat ernstig. Een volgend
betreurenswaardig feit is het nergens ter visie leggen van een lijst van
sollicitanten. Daardoor staat de raad gewoon buiten spel en dat komt
altijd irriterend over. Een ander punt: geen voordracht van twee perso
nen. Het klinkt zo formeel, "niet meer geschikte kandidaten", maar
ik heb te dien aanzien grote twijfeld. In de brief aan de sollicitanten,
die het predikaat "minder geschikt" hebben gekregen, staat dan ook dat
inmiddels in de vacature is voorzien enz. enz. Die brieven zijn vóór
de besluitvorming in deze raad verstuurd en het heeft er de schijn van
dat men ergens naartoe heeft willen werken. Ik zeg niet dat dit is ge
beurd, ik spreek over "de schijn", maar wij moeten ons wel degelijk
realiseren dat wij in zo'n procedure met mensen te maken hebben. Het
functioneren van de Jeugdadviesraad is niet aan de orde, maar zoals