577 14 AUGUSTUS 1975 met voorrang behandelen van deze vier speelzalen omdat wij eerst een redelijke verdeling kunnen bereiken indien wij de gegevens van alle speelzalen binnen hebben en deze gegevens hebben gehomogeniseerd ofwel op elkaar hebben afgestemd, zodat wij een totaal integraal be leid kunnen voeren. Deze interimregeling is alleen maar bedoeld om met het bedrag van 43. 000, de tekorten op te heffen; daarmee is bepaald niet gezegd dat dit college slechts inspringt wanneer er tekor ten zijn, want dat is geenszins het geval. Onze optiek is dat de peuter speelzalen gesubsidieerd dienen te worden omdat zij een belangrijke bijdrage leveren aan de gehele samenlevingsopbouw, maar dat C. R. M. de subsidiëring terzake ter hand dient te nemen. Een tweetal opmerkingen van de heer Beckers vind ik wat unfair, namelijk wat betreft het domineren van de ambtenaren in relatie tot de commissie. Ik heb in december een gesprek bijgewoond en daarbij is totaal geen sprake geweest van enige dominantie van het ambtelijk ap paraat. Ik vind het ook unfair als gesteld wordt dat de commissie de re latie met de achterban heeft verloren, want daar is ook totaal geen sprake van. Uit het voorstel valt zelfs op te maken dat de commissie een bijzonder goede relatie met de achterban onderhoudt. Er mag dan in november van het vorig jaar besloten zijn over het bedrag dat op de begroting staat, maar dat betekent natuurlijk niet dat wij daarmee aan het betalen kunnen slaan. Het is logisch dat men, als er een subsidie van C. R. M. in het vooruitzicht wordt gesteld die men beleidsmatig wil inpakken, aan een definitieve regeling gaat wer ken en die definitieve regeling is zoals de heer Lambregts al zei vrij ver gevorderd, maar toch zullen wij nu tot een interimregeling moeten komen. Dat daar hard aan gewerkt is mag ik demonstreren aan de hand van het aantal malen dat in de periode van drie maanden met de com missie kindercentra is vergaderd. Het betreft hier allemaal vrijwilligers en ik vind dat de data van 18 maart, 8 april, 29 april, 6 mei, 27 mei, 30 mei, en 17 juni in dit opzicht voldoende zeggen. Ik kan mij voorstellen dat de inhoudelijkheid van het stuk tot enige begripsverwarring aanleiding geeft. De grens is bij twintig kinde ren gelegd, maar door noodmaatregelen moesten de klassen somt tot 23 kinderen worden uitgebreid. Wanneer op die manier tot een sluiten de begroting kan worden gekomen zijn wij van mening dat die sluiten de begroting toch in dit gehele kader dient te worden meegenomen. De opmerking betreffende de eventuele verrekening indien het rijk gaat subsidiëren is volledigheidshalve in het voorstel meegenomen. Het lijkt mij correct die mogelijkheid in ieder geval open te houden. Het criterium dat voor de verdeling van de subsidie wordt gehan teerd is het aantal werkeenheden. Het is duidelijk dat het aantal werk eenheden een relatie heeft met de hoeveelheid personeel, maar ik meen dat de heer Beckers ten onrechte heeft gesteld dat het personeel maat gevend is voor de verdeling van de subsidie. De heer BECKERS:Misschien mag ik de wethouder wijzen op pa gina 3, waar staat:"De subsidie wordt daardoor rechtstreeks gekoppeld aan het activiteitenpakket van het kindercentrum en daarmee aan de belangrijkste kostenfactor, namelijk het personeel".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 577