58
13 FEBRUARI 1975
van deze panden te betrekken?
Hoewel ik gelukkig ben met de mededeling die de wethouder over
de parkeergarage heeft gedaan, zou ik daarover nog het volgende willen
zeggen. Ik ben het er mee eensdat wij het onderhavige object toch moe
ten aanbieden en dat wij er later maar eens rustig over moeten spreken.
Op het ogenblik moeten wij er geen halszaak van maken, maar wij moe
ten wel proberen dit element in de D.A. C. W. -subsidieregeling te doen
opnemen. De wethouder heeft gezegd -- ik kan dat onderschrijven --
dat wij aan de bereikbaarheid van het stadhuis moeten blijven denken.
De gebouwen zullen niet alleen voor de vierhonderd ambtenaren, maar
ook voor tal van bezoekers, onder meer van buiten de stad, bereikbaar
moeten blijven.
In dit verband zou ik. nog in het bijzonder willen wijzen op een as
pect dat mij ook uit anderen hoofde na aan het hart ligt; ook b. en w„
besteden er in hun preadvies aandacht aan. Door de bouw van een par
keergarage, met daarnaast een andere bestemming in omstandigheden
die naar wij hopen nooit zullen optreden, wordt namelijk voldaan aan
een noodzaak die door de huidige regering in de nota Civiele Verdedi
ging met nadruk wordt vermeld. Naar de mening van de regering is het
noodzakelijk dat men ook in deze tijd voorzieningen treft die wellicht
in fatale omstandigheden aan de bescherming van de bevolking moeten
bijdragen en die tevens in geval van calamiteiten kunnen worden gebruikt.
De huidige regering heeft in haar nota met klem gewezen op de verant
woordelijkheid die ook de lokale overheden in dezen dragen.
Uit deze vrij uitvoerige nota mag ik wellicht een klein stukje ci
teren. Er staat onder meer; "Uit het vorenstaande blijkt dat de regering
de opvatting van het vorige kabinet onderschrijft dat, zolang er omtrent
een duurzaam uitblijven van een oorlog of van oorlogsgevaar geen zeker
heid bestaat, civiele verdedigingsvoorbereidingen zullen moeten worden
getroffen, ook al zal tussen het verantwoord wenselijke en feitelijk moge
lijke altijd een kloof blijven bestaan. Zij voegt daar aan toe dat naar haar
mening zodanige voorbereidingen, waar mogelijk, ook moeten zijn af
gestemd op nood- en rampsituaties in vredestijd. Wanneer alle nodig ge
achte maatregelen de financiële draagkracht te boven gaan, zal voor
rang moeten worden verleend aan voorzieningen die ook in vredestijd kun
nen dienen". Ik zou uit de nota nog meer kunnen citeren om aan te ge
ven hoe zwaar dit probleem ook voor het huidige kabinet weegt. Er moet,
hetzij onder het Stadserf hetzij in de naaste omgeving van het gemeen
tehuis, een voorziening worden gecreëerd en ik zou de raad in overwe
ging willen geven ook dit aspect straks in de beschouwing te betrekken.
Ik kan als woordvoerder van de C. D. A. -fractie zeggen dat zij de
slagvaardigheid die het college in deze huisvestingsproblematiek aan de
dag heeft gelegd, bijzonder waardeert. Wij aanvaarden het preadvies
en zullen op latere tijdstippen gaarne op de nadere concretisering van het
voorstel ingaan. Mijn fractie spreekt de hoop uit dat al deze activiteiten
zullen worden gehonoreerd, met nadrukkelijke toezeggingen waaraan vol
doende zekerheid kan worden ontleend, zodat wij komen tot een fraaie
huisvesting van een aantal gemeentelijke functies. Voorts hopen wij dat
op deze manier voor langere tijd werkgelegenheid voor mensen uit Bre
da en zijn naaste omgeving zal worden gecreëerd, hetgeen niet te ver
smaden zal zijn.
De heer TEN WOLDE; De heer Van Banning heeft een gloedvol be
toog over de huisvesting van gemeentelijke instellingen in de binnenstad
gehouden; ik meen dat het voorstel de uitvoering van een raadsbesluit