591
18 AUGUSTUS 1975
werkgroep en structuurgroep wegen Breda-Noord samen te stellen om het
probleem op te lossen. De kwesties zijn in studie genomen en wij weten
nog niet wat eruit zal komen, maar de ambtelijke vertegenwoordigers
vertrouwen erop dat er dit jaar een rapport zal verschijnen, waarin zal
staan dat de Midden-Brabantroute gedeeltelijk verdwenen is, dat de om
legging rond Wagenberg en Terheijden een aansluiting zal krijgen op de
Terheijdenseweg en dat voor de Zeklusaroute een alternatieve goede
verbinding met Breda en het industriegebied zal worden gezocht, die
dan wellicht via rijksweg 16 of de Terheijdenseweg aansluiting vindt op
de Maasroute en deze in westelijke richting verlengt.
Het is begrijpelijk dat deze wijzigingen in de tracering van pro
vinciale en rijkswegen een nieuw planologisch tijdperk voor het gebied
Haagse Beemden inluiden. Het gaat hier om een nieuwe kans die moet
worden gegrepen, het is alleen jammer dat dit geluid klonk op een mo
ment aan ae vooravond van een gedeeltelijke realisering, om continuï
teit en diversiteit in de woningbouw te Breda te kunnen bewerkstelligen.
Tegelijkertijd ging het er ook om een stuk streekplanfunctie in het ka
der van tegengaan van suburbanisatie gestalte te geven. Deze wijzigin
gen zijn de oorzaak van wijzigingen in de plannen voor de Haagse Beem
den omdat er zich andere mogelijkheden voordoen. Wij mogen ook niet
verzwijgen dat andere initiatieven het klimaat voor optimalisering van
de plannen in de Haagse Beemden gunstig hebben bei'nvloed. De werk
groep - Leenders is met tal van bijna professionele gegevens over het ge
bied komen aandragen, over kenmerken, historie en landschap. De
STAR is ook gekomen met een actief landschapsopbouwplan voor het
gebied. Daarnaast heeft de kritische instelling van politieke groeperin
gen, maar ook de kritische instelling en realisme van andere partijen-
getuige de rapporten "sprong in het duister", Haagse Beemden anders
bekeken" en "Met beide benen op de grond"hebben een rol gespeeld.
Dergelijke gegevens "doen" de plannenmakers iets en zij worden tege
lijkertijd meegenomen.
Al deze krachten zijn voortgekomen uit een grote belangstel
ling voor het gebied Haagse Beemden, een kritische instelling met daar
naast een dosis realisme. De plannenmakers hopen dat al deze krachten
in één resultante zullen uitkomen en dat deze zal leiden tot een milieu
in de Haagse Beemden waar het ook over 50 of 100 jaar nog aantrekke
lijk wonen is.
De planologische werkgroep is met name wethouder Van Dun
dankbaar dat hij voor het college het ijs zo sterk heeft weten te maken
dat het met de plannenmakers opnieuw het avontuur heeft aangedurfd
een nieuw plan voor de Haagse Beemden te ontwikkelen. Het is natuur
lijk altijd weer een avontuur als men met plannenmakers begint. Men
zegt wel dat men zijn gang kan gaan, maar als dan vervolgens het re
sultaat bekend wordt schrikt men er dikwijls geducht van. Het gaat er
daarbij niet alleen om het plan te maken, men heeft ook optimale con
dities willen scheppen om een zo goed mogelijk plan te maken. Daarom
heeft het college besloten de heren Tummers en Maas aan te trekken om
vooral via de heer Maas het landschap van de Haagse Beemden in het
plan te verankeren. Via de heer Tummers kunnen nieuwe stedebouwkun-
dige visies in de plannen doorklinken.
Het is langzamerhand in de stedebouw geen luxe meer als men
zich bezint op een goed woonmilieu met toekomstwaarde. Binnen de