593
18 AUGUSTUS 1975
om daarmee het voorzieningenniveau te garanderen. Bij het maximali
seren zal de zeer duidelijke structuurdrager, waarvoor het aanwezige
landschap is gekozen, niet moeten worden aangetast. Dit stelt de maxi
male capaciteit van het gebied vast, zowel voor wonen als voor werken.
Wij zijn er ook vanuit gegaan dat het gebied Haagse Beemden,
dat enigszins afgezonderd is gelegen, goede verbindingen zal moeten
krijgen met de binnenstad, ook voor het langzame verkeer. Er zullen
dus voor het langzame verkeer verschillende routes naar het centrum en
andere buurten en wijken van Breda moeten leiden, want één route be
tekent ook een zekere monotonie.
Het plan is ontworpen vanuit de zojuist genoemde uitgangspunten
en het zal u duidelijk zijn dat professor Maas en de heer Tummers veel
inventief en creatief werk hebben gedaan. Ik wil hen de verdere uiteen
zetting van het plan graag overlaten.
De heer TUMMERS: Nu ik als lid van de planologische werkgroep
iets zal zeggen over het structuurplan Haagse Beemden, kunnen de oude
plannen ook letterlijk terzijde worden geschoven, zij het dat ik ze da
delijk nog zal gebruiken om op een eenvoudige wijze te kunnen ver
tellen wat de kwintessens van het structuurplan, waaraan wij een klein
half jaar hebben gewerkt, is. Ik zal allereerst opmerkingen maken over
punten die het onderwerp omgrenzen, want het gaat om een structuur
en dat is een tamelijk abstract onderwerp. Het gaat nu uitsluitend om
hoofdzaken. Wij zijn bezig met een rapport dat eind september klaar
kan zijn en dat betekent een reëler vorm van communicatie omdat zo'n
rapport tijdig kan worden ingezien. Vandaag kunnen wij spontaan met
elkaar van gedachten wisselen over de structuur van de Haagse Beemden.
Ik zal beginnen met uiteen te zetten wat u vanavond van ons
kunt verwachten, vervolgens zal ik aangeven hoe wij naar onze mening
tot de hoofdstructuur voor de Haagse Beemden moeten komen en daar
na zal professor Maas alle aanwezige terreinkenmerken en het aanwezi
ge landschap, dè huidige situatie en de mogelijke toekomstige, belich
ten. Wij hebben namelijk in het afgelopen jaar ontdekt dat het plan
door zijn eenvoud revolutionair kan zijn. Het plan krijgt zijn structuur
door het bestaande landschap en door de wijze waarop het landschap in
de toekomst verrijkend tegemoet kan worden getreden. Daarna stel ik
mij voor de onderdelen die in elk woon- en werkmilieu voorkomen na
te gaan.
Wij hebben voor onszelf nagegaan wat men al dan niet mag den
ken en verwachten van het begrip structuur. Bij de vorige plannen die
in 1969 ontstonden voelde men de behoefte af te komen van uitgekien
de bestemmingsplannen in de ruimtelijke ordening, waarin alles wet
tisch werd vastgelegd. Men heeft daarop gedacht aan globale bestem
mingsplannen waarin de verschillende functies met een verzamelaan-
duiding als een grote vlek werden weergegeven. Het structuurplan doet
dit in een nog sterkere mate, het mag zich nog meer van de onderdelen
losmaken om nog meer aandacht te schenken aan de hoofdlijnen. Er is
nog een ander effect. In een globaal bestemmingsplan wordt veronder
steld dat de aangegeven bestemmingen nodig zijn, dus een bepaald
aantal woningen, een bepaalde oppervlakte industriegebied en een be
paald aantal wegen, aangezien men ervan uitgaat dat dat op een ander
niveau is bekeken. Een globaal bestemmingsplan zet deze gegevens