597
18 AUGUSTUS 1975
bouw moet worden gehanteerd. Daarbij is in mijn ogen het feit, dat de
structuur als meest abstracte beginsel d-at in eerste linie bij de aanleg
van een woongebied wordt meegegeven, a fortiori een lange termijn
heeft, zeer belangrijk. De erfenis uit het verleden, het landgoed Burgst,
De Burgstse Dreef, het Heksenwiel, het IJzeren hek, die door werkgroe
pen prachtig is geihventariseerd, heeft al eeuwen achter zich staan. Bij
na was het stedelijk gebied daar met grote sprongen overheen gelopen,
maar thans zijn wij daar veel sensibeler voor. Wij zijn schoksgewijs van
de oorspronkelijke weg teruggekeerd en wij zijn verstandiger geworden.
Als wij nu iets gaan maken werken wij niet voor één woningtermijn. Als
de woningen in de Haagse Beemden aan rehabilitatie toe zijn, als zij
nieuwe doucheruimten, dakgoten en ramen nodig hebben, gaan deze
woningen uit 1977 een tweede termijn in. De investering moet worden
afgeschreven en de stedebouwkundige structuur moet dan zo gezond zijn
en zoveel ruimte en waarde hebben dat de investeringen in de woningen
zeer verantwoord kunnen plaatsvinden. Het moet niet voorkomen dat
men, zoals elders gebeurt, groepen woningen wegwerkt omdat de stede-
bouwkundige structuur zulks noodzakelijk maakt. De tijdsfactor in het
structuurbeeld is onzes inziens zeer belangrijk en dient op de lange ter
mijn te zijn gericht.
Als het gaat om een structuurplan voor de Haagse Beemden zijn
er elementen die deze structuur concreet maken, ik noem deze elemen
ten de dragers van de structuur. De vroegere dragers van de structuur wa
ren de symboolelementen van de jaren '60, hoofdwegen in het gebied.
Het ontwikkelingsplan 1971 heeft duidelijke lijnen op de hoofdwegen
waarop men zich oriënteert, zoals men zich op Rotterdam oriënteert
vanaf de ruit om Rotterdam. De hoofdwegen spelen het oude kinderspel
van Landhakkertje, zij verdelen het gebied in drie delen namelijk een
industriegebied aan de oostzijde, een buitengebied met sportterreinen
aan de noordkant en een woongebied in het zuid-westen. Deze gebieden
zijn van elkaar geisoleerd terwijl het structuurplan dat wij gedurende
het laatste half jhar hebben ontwikkeld ernaar streeft daarvan af te stap
pen. Wat er ook gebeurt en welke ontwikkeling er zich ook voordoet, in
elk stedelijk systeem is er sprake van een midden en van een grens, In
woongebieden ziet u dat juist het grensrijke milieu aantrekkelijk is. De
mensen die financieel onbelemmerd hun woonplaats kunnen kiezen --
de laatste tien jaar is dat gedemocratiseerd in de suburbanisatie -- zoe
ken een plaats op de grens van stad en land. Zij zoeken plaatsen waar
van men kan zeggen: dit is het laatste huis en daarna komt.Bij de
eerste zuidelijke uitleg van Breda stopte men bij het Mastbos en men
kan dan vaststellen dat de laatste lijn geld waard is omdat die lijn aan
een zeer hoog woonideaal beantwoordt.
In het plan dat nu maatschappelijk voor de Haagse Beemden moet
wórden ontwikkeld is het zeer belangrijk niet te kiezen voor een ratio
neel grensarm plan. De ontwerpers dienen het woonideaal en de woon
wensen zodanig te laten meespelen dat in een maatschappelijke vorm
iets kan worden gedaan dat in het begin van deze eeuw voor de zeer
welgestelden mogelijk was en dat in het begin van de jaren '60 opgeld
deed waardoor de subsurbanisatie zo'n grote vorm heeft aangenomen.
Wij moeten zoeken naar een grensrijk milieu en het is dan een zegen
als wij de wegtracé's in noord-west Breda kunnen vergeten. Het wonen
in de Haagse Beemden blijft vooral gebonden aan de zuidwestelijke hoek,