13 FEBRUARI 1975 59 van verleden jaar behelst. De uitgangspunten die in het preadvies zijn neergelegd kan de V. V. D. -fractie onderschrijven: de plannen moeten inderdaad als D. A.C. W. -object worden aangemeld. In de commissie ad hoe gemeentelijke huisvesting heb ik begrepen dat op de onderdelen van de detailuitvoering in de toekomst nog nader zal worden ingegaan en dat daarover nog nader overleg zal worden gepleegd. Het verheugt mijn fractie dan ook dat de wethouder heeft toegezegd dat ten aanzien van de parkeervoorziening in deze geconcentreerde gemeentelijke huis vesting in de binnenstad opnieuw allerlei alternatieven mede in de be schouwingen zullen worden betrokken. Voor mij blijft het dan echter de vraag of er ook voor alternatieve mogelijkheden D.A. C. W„-subsidie zal worden verstrekt. Naar aanleiding van de opmerking van het comité "Behoud Binnen stad" over de gehele verkeerssituatie in de binnenstad lijkt het mij ver standig dit aspect in breder verband te bekijken, een opmerking die naar ik meen ook in de commissie ad hoe gemeentelijke huisvesting is gemaakt. Het tweede aspect dat bij de huisvestingsproblematiek logischerwijs aan de orde komt is de bereikbaarheid van de verschillende diensten.Met betrekking tot de diensten wordt over de panden een duidelijke verdeling gemaakt. Aangezien de loketfuncties niet in dit plan zijn opgenomen maar elders in de binnenstad of in de nabijheid van de binnenstad een plaats zullen vinden, lijkt het mij mogelijk juist op die plaatsen wél een parkeergarage te situeren. De heer Van Banning heeft in verband met de civiele verdediging daarvoor in de commissie ad hoe gemeentelijke huis vesting een warm pleidooi gehouden, waaraan ik speciale aandacht zou willen schenken. Zoals ik ook al in de commissie gemeentelijke huis vesting heb opgemerkt, dient men,zodra men voor gemeentelijke centra in de binnenstad kiest,een zekere toeloop van verkeer naar de binnenstad te aanvaarden. Als op het ogenblik onze gedachten in de richting van het verwijderen van "stukken blik" op de straat gaan, meen ik dat wij in dat verband ook aan een parkeergarage mogen denken. Gebleken is dat verscheidene fracties van mening zijn dat de bouw van een parkeer garage in de binnenstad niet de aantrekkelijkste oplossing zou zijn. Te genwoordig wint de gedachte veld dat men niet elke mens met zijn auto tot naast zijn bureau hoeft te brengen. Bekeken zou kunnen worden wat de alternatieve parkeermogelijkheden in de directe omgeving van de bin nenstad zijn. Het lijkt mij nog niet direct noodzakelijk in de directe om geving te parkeren, maar ik meen dat het mogelijk is in een cirkel om de huisvestingsconglomeratie met een straal van 300 5 400 meter een op lossing te vinden. Er bevinden zich in de binnenstad open plaatsen die naar wij hopen --ik denk in het bijzonder aan de kop van de Veemarkt straat -- zullen worden bebouwd; ik kan mij voorstellen dat in dergelij ke bouwprojecten voor een klein bedrag aan extra kosten een onderbouw zou kunnen worden opgenomen. Mijn fractie kan met de inhoud van het voorstel als geheel akkoord gaan, maar op bepaalde onderdelen de wethouder heeft de parkeer garage al genoemd -- moeten de standpunten naar onze mening nader kunnen worden bepaald. De heer VAN MALE: Over het ter tafel liggende voorstel zouden onze fracties het volgende willen zeggen. Het is ons uiteraard bekend dat de werkgelegenheid in dezen een punt van overweging vormt. Wij zijn echter tevens van oordeel dat aan de bouwwereld een slechte dienst zou worden bewezen wanneer men zou gaan bouwen als daar geen dui delijke behoefte tegenover staat. Wij zouden dan ook het voorstel in drie delen willen splitsen: a. verbouwingen en voorzieningen in en aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 59