18 AUGUSTUS 1975
600
Markdal. Uiteraard speelt de Mark in deze structuur een hoogst belang
rijke rol.
Ik zal de bodemkaart van de Stichting Bodemkartering overslaan,
want deze kaart komt in het rapport aan de orde. Uiteindelijk hebben
wij gekeken naar de bodem van de woongebieden. Het ging om de toe
stand van de bodem als draagkrachtige laag om op te bouwen. Er waren
verschillen te constateren en er zijn plekken die relatief minder zijn,
doordat de dragende lagen daar verder onder de oppervlakte liggen. Het
is niet juist om meteen die gegevens te vertalen in plaatsen waar goed
en waar minder goed kan worden gebouwd, want er is nog een ander fa
cet, namelijk het grondwater. Uit de studie is gebleken dat op de voor
bebouwing goed geschikte grond ook de grondwaterstand geen zorgen
baart. Bij Overveld is zelfs een bijzonder goede situatie aanwezig. Uit
deze studies kunnen wij dus concluderen op welke plaatsen wel en op
welke plaatsen beter niet kan worden gebouwd. Uit de studies weten wij
dat juist bij de afweging van allerlei andere factoren, zoals verkeer en
ligging bij het centrum, aan de ondergrond waarop moet worden gebouwd
zeer veel aandacht moet worden besteed, gezien de ondergrond en de
waterhuishouding. Dit betekent ook dat bij de uitvoering civieltechniek
moet worden ingebouwd.
Op culturele waarden zal ik op dit moment niet ingaan. Alle
gegevens bij elkaar zijn samengebracht in een landschapsinterpretatie.
Van buitenaf gezien ligt er allereerst een grote vallei rond de Mark, met
veel open landschap en weidegronden op klei en veen. Er is een contact
met het Markkanaal. Er zijn hier zeer karakteristieke plekken, zoals de
aangrenzende heide en het IJzeren Hek waar ook aan de Mark een grens
tussen zand en klei een goede landschapsbeleving mogelijk maakt. Dit
open gebied komt met een grote bocht naar binnen in de centrale laag
te van De Krogten en ook in valleien tussen de Burgst en het IJzeren Hek
in de richting van de Emerput en Gageldonk. Daartussen in lopen de ho
ge delen vanuit het zuiden als een soort ruggen in het lage gebied uit
met veel beplanting van eik en verder allerlei bosjes en landgoederen
zoals Burgst, en IJzeren Hek. Op die ruggen zijn veel boerderijen ge
bouwd, er zijn vele lanen en dergelijke. U begrijpt dat deze verweving
van hoog en laag, open en gesloten een belangrijk element vormt in het
bestaande landschap, waar je bij de verdere opbouw van het bestaande
landschap zoveel mogelijk gebruik van moet maken. Elementen die
veel water kunnen verdragen kunnen in de valleien worden geplaatst,
terwijl elementen die veel droogte eisen op de donken een plaats kunnen
krijgen.
Het is ook duidelijk dat de knooppunten, waar de valleien uit
lopen in de laagten, zeer belangrijk zijn voor de beeldvorming van het
landschap. Dit speelt op verschillende plaatsen, ook in de richting van
Terheijden. Op de hoogste delen van de landschappen liggen de land
goederen van Burgst en Ijzeren Hek en de omgeving van de Texas bar.
Dit zijn karakteristieke elementen die ook verder bij de ontwikkeling
moeten worden meegenomen. Ik noem als andere elementen de Cingel-
tjes, de vijver onder Burgst, het Hooghuis, en de boerderijen bij de
Muizenberg die van belang zijn. Verder komt hier uit dat belangrijke
zichtlijnen die het landschap bepalen liggen tussen Hooghuis en Burgst
en ook van de Cingeltjes in de richting van Terheijden en andere. Dit
zijn potenties die in de opzet van het plan een rol kunnen spelen.