601
18 AUGUSTUS 1975
De visuele elementen en karakteristieken zijn van belang voor
de vorming van het plan.
Een ander aspect dat in de planvorming moet worden betrokken
is het wonen in relatie tot het landschap, maar ook voor de open lucht-
recreatie zijn nu al belangrijke gebieden aanwezig, terwijl er ook in
potentie gebieden aanwezig zijn. Dit zijn gebieden waar men met ge
ringe kosten en door met werk werk te maken, recreatiegebieden kan
opbouwen. Daarbij gaan wij ervan uit dat het recreëren bij voorkeur zo
veel mogelijk in of rondom de woongebieden dient plaats te vinden en
niet op grote afstand van de woongebieden. Wij hebben daarover gefilo
sofeerd, er uitgangspunten over opgesteld. Er wordt gedacht aan inte
gratie zodat sportparken niet helemaal afgezonderd gelegen zullen zijn.
Zij zullen zoveel mogelijk in een grotere parkopzet worden ingebouwd.
Dit betekent dat stadsdeelparken, grotere parken die in een stadsdeel
van deze omvang nodig zijn, zoveel mogelijk op karakteristieke plaat
sen moeten worden gesitueerd, omdat zij vanuit het landschap een soort
dragers van de structuur zijn. Wij hebben drie plaatsen uitgekozen, na
melijk ten noorden van de Cingeltjes, de knoop bij het Heksenwiel en
de omgeving van de Emerput. Aan deze drie punten is vanuit het land
schap, de recreatie-ontwikkeling, maar ook voor de stedelijke structuur
een groot deel van de planopzet vastgekoppeld. Het gaat hier om een
soort knooppunten in de structuur.
Er is niet alleen gedacht aan het ontwikkelen van mogelijkheden
voor de landrecreatie, zoals sportparken en wandelgebieden. Ik merk
op dat de wandelgebieden zich voornamelijk kunnen concentreren in de
landgoedzone van Burgst naar Heksenwiel en IJzeren Hek, die de heer
Tummers al heeft vermeld. Daarbij kunnen uitlopers door de buurten
tot stand komen. De recreatie te water die in onze tijd van steeds meer
betekenis wordt kan op kleinere schaal plaatsvinden bij de Emerput die
daarvoor moet worden gereconstrueerd, in de valleien die met kleine
vijvers tot uitdrukking kunnen worden gebracht, in een vloeigracht die
voor de waterhuishouding noodzakelijk is en die versterkt kan worden en
ten slotte in de Mark. In het gebied van vloeigracht en Mark kan een
jachthaven worden aangelegd waarvan de omvang afhankelijk zal zijn
van de gebleken behoefte. Er zijn dan mogelijkheden om intern en ex
tern op de Mark te varen, ook naar het centrum, terwijl via de Mark
ook in de richting van de Biesbosch kan worden gevaren. Het voordeel
is dan dat een stedelijke ontwikkeling met een jachthaven tot een een
heid kan worden samengesmeed.
Het is niet de bedoeling recreatievormen te stimuleren die op
zeer kleine oppervlakten vele mensen bezighouden, zoals sportgebou
wen en dergelijk, maar juist ook het recreëren in de natuur en in het
landschap meer kansen te geven.
Het landschapsplan dat hieruit resulteert heb ik al enigermate
toegelicht. Het gaat om een centrale zone waar de landgoederen een
heel belangrijke rol spelen, met zijtakken in de buurten waaraan par
ken worden gesitueerd. Deze worden zodanig gesitueerd dat zij samen
vallen met de hoofdontwateringen in de valleien met een soort beken
en op een manier waardoor grote stedelijke eenheden worden geleid tot
kleinere. Daarbij zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van de
bestaande gegevens.
Het tweede punt is de integratie met de Mark en wij hebben zo