605 18 AUGUSTUS 1975 voor een goede bereikbaarheid voor fietsverkeer op eigen banen, welke banen ook recreatieroutes zullen zijn. -De oever van de Mark dient niet te worden afgesloten door terreinuitgifte tot aan het water; er moet in het profiel altijd ruimte zijn voor hengelaars en fietsers. Naar de stad toe kan de Markoever onder de Bakker en Rueb-brug door een belang rijke radiale ontsluitingsroute zijn voor fietsers. Voor de overgangen van de bestaande wegen zou een spontanere bediening moeten worden ge vonden dan door verkeerslichten. Voor het verkeer wordt dus beslist niet aan een radiaal, maar aan een tangentiaal systeem gedacht. Bij het o- penbaar vervoer wordt gedacht aan busvervoer en de facetkaarten daar voor zijn nog pas in bewerking, wij zijn daarmee op de grens van werk zaamheden voor het structuurplan en werkzaamheden voor de bestem mingsplannen. Hetzelfde geldt voor de fiets- en wandelverbindingen, deze zullen in dit plan een bijzondere sterke rol spelen, hoewel de hoofdstructuur natuurlijk gezond zal moeten zijn. Fiets- en wandelver bindingen moeten al heel vroeg structureel worden bekeken. Er zullen aantrekkelijke routes tot stand moeten komen, want uit onderzoekingen is al bekend dat het fietsgebruik enorm wordt gestimuleerd door het De- staan van aantrekkelijke routes. In het plan vormen deze routes aantrek kelijke verbindingen naar buiten toe, zowel van utilitaire als van re creatieve aard. Daarbij komt dan nog het fietsverkeer dat zich in de weekeinden zal voordoen. Ik geloof dat ik hiermee kan volstaan. De VOORZITTER: Ik dank de inleiders voor hun uiteenzettingen en ik heb het idee dat wij voorlopig van voldoende informatie zijn voor zien. Wij zullen na de pauze die ongeveer een half uur kan duren over deze informatie kunnen discussiëren. Ik stel mij voor dat er wel wat vragen zullen zijn gerezen. Ik schors de vergadering. SCHORSING. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. De inleidingen die zijn gehouden zijn enigszins uitgelopen zodat het afgesproken tijd stip van het einde van de vergadering iets zou kunnen uitlopen. Niette min wil ik voorstellen het einde van deze vergadering niet op een al te laat tijdstip te laten vallen. Natuurlijk is dat afhankelijk van de vragen en opmerkingen, maar ik stel mij toch voor het einde omstreeks 22.15 uur te laten vallen. De inleidingen zijn gehouden en de raadsleden hebben nu de mo gelijkheid vragen te stellen en opmerkingen te maken. Ik wil u graag erop wijzen dat het om een informatieve vergadering gaat. Wij nemen uiteraard geen besluiten, het is vanavond uitsluitend de bedoeling in formatie uit te wisselen. De heer DEES: Ik moet u namens mijn fractie zeggen dat ik deels ontstemd en deels verrast ben door de gang van zaken. Er zijn technische inleidingen van een zeer hoogwaardig karakter gehouden en ik geloof dat de procedure dan zodanig moet zijn dat er van de zijde van de raad adequaat en goed moet kunnen worden gereageerd. Nu ik moet constateren dat enkele instanties, zoals de pers en besturen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 605