607 18 AUGUSTUS 1975 de raad is aanvaard. Leidt deze gang van zaken tot vertragingen? De vraag rijst ook in hoeverre hetgeen wij vanavond voorgescho teld hebben gekregen overeenstemt met de besluitvorming die in de af gelopen jaren in de raad heeft plaatsgevonden. De wethouder heeft één aspect aangeroerd, namelijk het "Grijze Boekje" voor de eerste woon buurt en hij stelde dat de nieuwe plannen daarmee niet in strijd zijn. Het gaat ook om andere aspecten. In hoeverre komen de nieuwe plannen overeen met de geactualiseerde normen uit het ontwikkelingsplan, waar aan de raad in beginsel zijn goedkeuring heeft gegeven? Wanneer ik dat plan leg naast de vijf uitgangspunten die de heer Van Beusekom heeft verwoord is onze eerste indruk dat deze uitgangspunten kwantitatief en kwalitatief gezien niet in alle opzichten overeenstemmen met punten uit het ontwikkelingsplan. Misschien kan die confrontatie in het ant woord nader worden gepreciseerd. De heer VAN DUN: Het enthousiasme van de heer Dees is niet te remmen en hij heeft een zestal kritische vragen gesteld, waarvan de eerste bij mij niet helemaal duidelijk is overgekomen. De heer Dees is ontstemd en verrast over deze presentatie en over enkele dingen die zijn gebeurd. Wij komen dan weer uit op het vraagstuk waarmee wij in de sfeer van openheid en openbaarheid steeds te maken hebben. Ik geloof dat het college in de ogen van de heer Dees volslagen heeft misgegokt toen het de stuurgroep toestemming gaf om, op het moment waarop er een globaal inzicht is in de verandering van het plan, dat aan de raad voor te leggen, waarbij heel duidelijk is gezegd dat het college er ook nog niet uit is. De stuurgroep heeft het college gevraagd of zij een stuk nieuw inzicht, dat nog niet schriftelijk is onderbouwd, waar nog te wei nig motiveringen achter zitten, waarvan alle consequenties nog niet be kend zijn, in een vroegtijdig stadium aan de raad ter informatie mocht voorleggen. Ik heb er moeite mee als de heer Dees dan zegt dat hij er ontstemd over is, want ik moet hem dan vragen wat hij dan wil. Wil hij eerst de zaak goudgerand, dichtbeschreven en vetgedrukt voorgelegd krijgen om dan de kritiek te incasseren dat wij de zaken in een te ver gevorderd stadium aan de raad hebben voorgelegd? Het gaat hier om i- aeën van de stuurgroep en de consequenties ervan moeten nog in het college onder ogen worden gezien, zeker op twee belangrijke punten waar ik nog op terug zal komen. Een tweede aspect van de eerste vraag houdt in wat er allemaal is gebeurd. De heer Dees kan ons niet verwijten dat wij incorrect hebben gehandeld door voor een openbare informatieve raadsvergadering werd gehouden het college van Prinsenbeek, de publiekrechterlijke eigenaar van de grond, vertrouwelijk te informeren. Desgevraagd mag de pers ook onder embargo worden geïnformeerd, opdat de persmensen uit het gesprek van vanavond en de voorinformatie van vrijdagavond in staat zijn een goede informatie voor de burgerij van Breda te verzorgen. Ik moet u zeggen dat ik de kritiek van de heer Dees op dit punt niet be grijp, tenzij ik die kritiek verkeerd interpreteer. De tweede vraag van de heer Dees betrof de relatie tussen inwo neraantal en structuurplan. De inleiding van de heer Van Beusekom en anderen zou verkeerd overgekomen kunnen zijn. Er zijn drie richtge tallen. In het streekplan voor West-Brabant wordt voor de bevolkings-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 607