18 AUGUSTUS 1975 608 opvang door Breda een aantal van 45. 000 tot 50. 000 personen genoemd, op een gegeven moment hebben wij een plan gepresenteerd voor 40. 000 tot 45. 000 personen en het zal niet onbekend zijn dat het streekplan niet gewijzigd zal worden. Het is de vraag of dat plan moet worden her waardeerd en het is een zeker feit dat het moet worden herzien als het gaat om de demografische uitgangspunten. Het streekplan baseert zich nog steeds op een demografische visie op geheel Nederland die inmid dels verlaten is. In de nieuwe structuurschets gaat het om 30. 000 inwo ners. U krijgt geen schets voorgelegd waarin wordt voorgesteld met één inwoner te beginnen en dan verder maar te zien hoe het loopt. De thans voorgelegde structuurschets is gericht op een aantal van 30. 000 inwoners. Ik ben in het begin van mijn antwoord vergeten een opmerking te maken die wellicht als algemene noemer voor deze discussie kan die nen. In een later stadium, eind september of begin oktober, zullen wij de plannen daniger onderbouwd, gedetailleerder en geverbaliseerd aan de raad overdragen. Het argument met betrekking tot de wegenstructuur die mede heeft geleid tot een herziening van het plan wordt door de heer Dees als een zacht argument beschouwd, gezien de beschikbare informatie. Wij kunnen daarover van mening verschillen. In het oude plan voor de Haag se Beemden en gezien de motivering ervan is er rond de wegenstructuur nogal het een en ander gegroepeerd. Nu ondanks herhaalde gesprekken de provincie er niet in slaagt ons duidelijk te maken welke tracé's voor de drie, voor de Haagse Beemden belangrijke, wegen op middellange termijn gekozen zullen worden, zal men het ons niet kwalijk nemen dat wij gezien de haast bij de bebouwing van de Haagse Beemden -- wij moeten op 1 januari 1977 beginnen -- deze punten aantasten. Zij kun nen dan geen uitgangspunten meer zijn voor de structuur van de Haagse Beemden en dat betekent dat dit mede een argument is om te komen tot een gewijzigde structuur-opzet. Ik vind dat geen zacht argument in de informatie van het college aan de raad, het is een gevolg van het feit dat de informatie van de zijde van het provinciaal bestuur de heer Van Beusekom doelde daar al op -- niet overduidelijk is. De raad heeft besloten een hoge prioriteit te geven aan de ont wikkeling van het industriegebied en ae raad wordt op zijn wenken be diend. De raad heeft kredieten goedgekeurd voor het bouwrijp maken van het industriegebied en de raad kan metterdaad zien dat er vandaag de dag wordt gewerkt aan het bouwrijp maken van het industriegebied. Dat is de uitvoering van een motie van de gemeenteraad. Het gaat wel om de vraag wat het op langere termijn betekent. Hoeveel industriege bied hebben wij in Breda op langere termijn nodig in het kader van de werkgelegenheidspolitiek die het college met uw raad probeert te voe ren? Ik durf te stellen dat de motie van de raad in essentie is uitgevoerd, ik heb gezegd dat vanuit het nieuwe plan een toenijping van het aantal ha industrieterrein tot stand is gekomen van 160 ha naar 74 ha, waarbij ik de indruk heb dat het ook het overgangsgebied als werkgebied is mee genomen. Ik heb al gezegd dat het college geen enkele beslissing kan nemen tot het moment waarop de sociografische dienst eind augustus de wetenschappelijke onderbouwing van deze constatering aan ons voorlegt. Dit punt leent zich nauwelijks voor discussie, het is vanuit de stuurgroep aangedragen en het college dient de zaken eerst tegen elkaar af te zet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 608