18 AUGUSTUS 1975
612
De heer MAAS: Ik wil ook iets zeggen over sportterreinen en boe
ren, ik zal niet ingaan op het geld voor de deskundigen. De heer Geene
heeft gezegd dat de integratie van de sportvelden voor georganiseerde
sport in de buurten hem onmogelijk lijkt, omdat deze terreinen vaak in
grote eenheden worden gerealiseerd die niet temidden van woonbebou
wing kunnen worden aangelegd. Er zijn sportvelden voor ongeorganiseer
de sportbeoefening, wij hebben dat in normen vastgelegd, die met buurt
en wijkparken en misschien met plantsoenen worden verweven. Dat zal
ook bij de scholen gebeuren. Daarnaast zijn er terreinen voor georganiseer
de sport nodig, die in de buurten moeten worden ingebouwd. Deze ter
reinen zullen bestaan uit kleine eenheden die tesamen met de parken tot
een gei'ntegreerd geheel zullen komen, terwijl er daarnaast enkele gro
tere complexen nodig zullen zijn. Deze kunnen niet in de woonbebou
wing worden opgenomen en zij zullen aan de zachte kant worden gesi
tueerd, op de grens van de woonbebouwing en het landschap. Eén com
plex is voorzien bij het Heksenwiel en wij koesteren de gedachte dit sa
men te laten vallen met de parkaanleg. Wij zijn wat dat aangaat geih-
spireerd door het plan Pitloo in Assen van de Grontmij.
Een tweede punt is het aantal boeren. De heer Geene heeft ge
zegd dat hij het uitermate jammer vindt dat het aantal boeren kleiner
wordt. De heer Tummers heeft er terecht van gezegd dat er meer boe
ren kunnen overblijven dan ooit in vorige plannen. Door de grotere grens-
lengte met de landbouwgronden in dit plan krijgen de boeren natuurlijk
hier en daar beperkingen opgelegd en aat zal tot steun moeten leiden.
Hierover zal overleg dienen te worden gepleegd met landbouwinstanties,
de rijksplanologische dienst, ministeries, enz. De heer Geene zal ook
uit andere functies weten dat er op het ogenblik een discussie gaande is
om de landinrichting aan de randen van stedelijke gebieden nieuwe in
jecties te geven door allerlei nieuwe financieringsbronnen aan te boren.
Wij dienen een plan met toekomstwaarde te ontwikkelen en dat
betekent dat de kansen die er in allerlei rijkssubsidies en andere subsi
die bronnen liggen moeten worden aangeboord. Wij willen graag behulp
zaam zijn bij het leggen van de noodzakelijke contacten.
De heer VAN BEUSEKOM: De heer Geene sprak over de nieuwe
kans die ik heb genoemd. Ik had beter kunnen spreken over "opnieuw
een kans" en dat is inderdaad het geval. Ik heb echter van een nieuwe
kans gesproken omdat de planologische werkgroep van mening is dat de
mogelijkheden die nu geschapen zijn doordat het wegenkruis uit het ge
bied verdwenen is nog niet eerder zijn voorgekomen. Wij hebben nog
nooit eerder mogen uitgaan van een gebied zonder doorsnijdingen door
grote wegen. In dit verband wil ik teruggrijpen op een vraag van de heer
Dees. Hij voert aan dat ik zou hebben gezegd dat op basis van geruch
ten in de wandelgangen de nieuwe uitgangspunten voor het plan zijn ge
formuleerd. Ik heb ook gezegd dat er werkgroepen zijn geformeerd en
de studieresultaten van aie werkgroepen hebben gediend als uitgangspun
ten voor het nieuwe plan. In die resultaten staat tamelijk hard vermeld
dat de Midden-Brabant-route en de omlegging van de weg om Wagen
berg en Terheijden niet in het plan Haagse Beemden terecht zullen ko
men.
Ik heb ook niet gezegd dat er geen totaalplan voor de Haagse
Beemden zou worden gemaakt. Wij hebben een totaalplan voor de Haag-