18 AUGUSTUS 1975
614
De VOORZITTER: Ik bedoelde het wel ernstig!
De heer CRUL: Er leven in mijn fractie nog enige andere vragen
en ik hoop dat zij ook aan de orde kunnen komen.
Ik zou graag willen weten of er informatie kan worden gegeven
over de bedoelingen met dit gebied. Oorspronkelijk was één derde deel
bestemd voor de redelijk tot goed bedeelden, terwijl twee derde deel
voor de overige leden van onze samenleving bestemd zou zijn. Kan men
in deze splitsing aangeven hoeveel sobere bouw er in dit gebied zal wor
den gerealiseerd, hoeveel middenklasse bouw en hoeveel luxe bouw?
Wethouder VAN DUN: Als de heer Crul van de heer Tummers
heeft begrepen dat wij nu pas beginnen te denken, heeft hij het verkeerd
verstaan. Een andere mogelijkheid is dat de heer Tummers iets anders
heeft bedoeld. Ik zou de stuurgroep en de werkgroepen tekort doen door
nu te zeggen dat wij pas over nieuwe structuren zijn gaan denken op het
moment dat wij voor het eerst kennis maakten met professor Maas. Juist
doordat er vanuit onze werkgroepen en stuurgroep bij het college is aan
gedrongen op een raadsvoorstel om de heren Tummers en Maas te bena
deren, blijkt dat er eerst intern een denkproces heeft plaatsgevonden.
Ik geloof dat wij er blij mee kunnen zijn dat de heren Tummers en Maas
onze gelederen hebben willen versterken, maar ik geloof dat hen te veel
eer wordt gedaan als men ervan uitgaat dat op het moment waarop zij
binnen kwamen het licht der wijzen begon te schijnen.
De heer Crul heeft aangevoerd dat de raad geen toestemming
heeft gegeven voor deze vergadering. Dat moge zo zijn, maar het col
lege heeft een stuurgroep benoemd om zich bezig te houden met de pro
blematiek van de Haagse Beemden, deze stuurgroep is tot een veranderd
inzicht gekomen, zij informeert het college tijdig en vraagt gelegenheid
om de raad te informeren. Vanuit een sfeer van openheid vind ik dat een
zeer normale procedure. Het moet niet zo zijn dat hiermee uitgangspun
ten over boord worden gezet.
De heer CRUL: Er zijn toch nieuwe uitgangspunten?
Wethouder VAN DUN: Dat is niet het geval, want de uitgangs
punten en motiveringen die van de zijde van het college voor de ont
wikkeling van de Haagse Beemden zijn aangedragen zijn nog onverkort
van kracht. De woningbehoefte van Breda en het tegengaan van de subur
banisatie zijn uitgangspunten die nog steeds van kracht zijn met het
nieuwe structuurplan, zoals zij ook van kracht waren met het oude plan.
De ontwikkeling voltrekt zich alleen op een andere wijze. De heer Crul
haalt dat door elkaar. Hij moet niet zeggen dat eerst de woningbehoefte,
vervolgens de concurrentie met randgemeenten in het kader van de sub
urbanisatie en daarna de wegenstructuur beslissend zijn geweest. Wij
hebben een motivering voor de Haagse Beemden en deze zijn terug te
vinden in het streekplan, in de concepties van de nota's ruimtelijke or
dening en in de beleidsvisie van minister Gruijters. Deze motiveringen
zijn onverkort van kracht en het gaat alleen om de vraag met behulp
van welke structuur wij aan het werk gaan. Wij komen met een andere
structuur en dat betekent niet dat aan enige motivering tekort wordt