18 AUGUSTUS 1975
622
waarmee altijd rekening zal moeten worden gehouden.
Een tweede belangrijk punt voor mijn fractie is de werkgelegen
heid. De wethouder heeft gezegd dat de sociografische dienst opdracht
zal worden gegeven voor een onderzoek en dat deze dienst eind augus
tus met een rapport zal komen. Ik vraag mij af hoe de werkgelegenheid
er regionaal economisch gezien voorstaat en welke factoren daarbij een
rol spelen. Als wij een grote woonwijk plannen die wellicht mede is ge
baseerd op een zekere overloop vanuit Rotterdam en op het aantrekken
van werknemers van het industriegebied Moerdijk, vind ik dat wij ook
een relatie moeten leggen met de werkgelegenheid die wij in Breda plan
nen. Wij moeten niet ae industrie in een hoekje duwen omdat het woon
klimaat zo belangrijk is. Het woonklimaat is natuurlijk belangrijk, maar
het gaat erom voor beide een goede oplossing te vinden en wij moeten
voorkomen dat het woonklimaat de hoofdzaak wordt, terwijl de industrie
op het tweede plan komt. Ik zou daarover graag wat meer duidelijkheid
willen hebben.
In de laatste raadsvergadering heb ik namens mijn fractie ook al
gezegd dat wij de plannen moeten actualiseren, dat wij ons niet moeten
vastleggen op bepaalde verhoudingen in de woningbouw of op gedetail
leerde structuurplannen op langere termijn. Wij moeten de plannen aan
passen aan de toekomst. Wij vinden dan ook het creëren van grensrijke
gebieden in woonmilieus een goede zaak en het hangt er nu maar vanaf
in hoeverre wij dat waar kunnen maken met het stuk dat wij van het po
tentiële industrieterrein wegnemen.
Ik heb niet begrepen wat men verstaat onder de psychische draag
kracht van de omgeving. Gaat het daarbij om het inpassen van de natuur
in het woonmilieu of ook om het inpassen van de industrialisatie met de
totale planmatige opzet van het gebied?
Tenslotte merk ik op dat het nevenargument dat het wegenplan
van de kaart is geveegd een zijdelings argument is.
De heer BECKERS: Ik zou een opmerking van de heer Ten Wolde
als leidraad willen nemen voor mijn interventie, namelijk de vraag
waarom het nu plotseling wel kan. Ik heb mij dat vanaf het begin van
deze avond voortdurend afgevraagd. Het was achteraf misschien beter
geweest als de vergadering van 24 april in de stadsschouwburg was gehoue
den, want ik héb de indruk dat er toen een toneelspel is gespeeld, een
spel der vergissingen. Ik heb hier het scenario van dat spel en als ik het
leg naast hetgeen vanavond is gebeurd kom ik tot de conclusie dat zo'n
spel vele mogelijkheden biedt. Een vergelijking tussen 24 april en van
avond leidt tot de conclusie dat de bewering dat er eigenlijk niets is ver
anderd eigenlijk onjuist is. Er is juist erg veel veranderd. De progres
sieve fractie heeft op 24 april gepleit voor uitstel van de beslissing en
vanavond is weer naar voren gekomen hoe juist dat pleidooi is geweest.
Actualiseren van plannen is noodzakelijk, maar het dient op alle fron
ten te gebeuren en ik wil allereerst het punt van het aantal inwoners
onder de aandacht brengen.
In de raadsvergadering van 24 april heeft wethouder Van Dun
uitdrukkelijk gezegd dat wij uitgaan van de totale Haagse Beemden, na
dat ik hem enkele malen had gevraagd of wij uitgaan van een afrondings-
gebied of van een eindfase. Dat antwoordt bevreemdt mij, want intern
onder de ambtenaren moet toen al een discussie gaande zijn geweest.