623 18 AUGUSTUS 1975 Enkele van de inzichten die nu naar voren zijn gekomen moeten toen al hebben geleefd en ik vind het betreurenswaardig dat er in de raads vergadering van 24 april geen gelegenheid is geweest daarover te spre ken. Het nieuwe feit waarover is gesproken zou het overleg met de minister kunnen zijn, of de eisen die hij heeft gesteld. Dit feit is niet als argument naar voren gebracht, maar ik denk dat het zwaarder heeft gewogen dan de onzekerheid over de wegenstructuur. Ik wil om die re den vragen waarom in de vergadering van 24 april voortdurend op spoed is aangedrongen omdat op 1 september 1976 met de bouw moest worden begonnen, terwijl vanavond zonder enige argumentatie wordt meege deeld dat de bouw pas op 1 januari 1977 zal beginnen. De industrieterreinen hebben terecht altijd een hoge prioriteit gekregen. Waarom is er nu plotseling in de ideeën van de ambtenaren en de deskundigen minder behoefte aan industrieterrein dan drie of vier maanden geleden? Wij hebben in het verleden nogal aangedrongen op het punt van de exploitatie, waaraan ook de heer Dees aandacht neeft geschonken. Wij hebben betoogd dat een exploitatie-opzet op basis van het ontwik kelingsplan van 1971 kan worden samengesteld, maar dat betekent dat, dat ontwikkelingsplan dan ook moet worden gevolgd, omdat er anders weinig speelruimte is. Dat heeft tot gevolg dat een tamelijk gefixeer de planologie moet worden gevolgd. Er kan ook worden gekozen voor procesplanning zodat er een structuurplan moet worden opgesteld, maar dat heeft tot gevolg dat de exploitatie-opzet niet meer klopt. In april is dit punt ontkend en nu komt naar voren dat wij het IWKW zullen moe ten confronteren met een nieuwe exploitatie-opzet. Ik heb enkele kwesties genoemd die onlangs hebben gespeeld, waarover door de meerderheid van de raad een standpunt is ingenomen. Nu klinken er plotseling andere geluiden en men doet of dat de normaal ste zaak van de wereld is. Het lijkt' mij erg belangrijk als de wethouder ons laat weten hoe de verdere fasering in de tijd zal zijn. Ik heb begrepen dat eind septem ber het structuurplan zal verschijnen en ik zou willen vragen of dat in houdt dat ook de minister pas in september zijn beslissing bekend maakt. Hij heeft namelijk wel eens gezegd dat hij eerst het plan wilde kennen. Professor Maas heeft in allerlei publicaties en redevoeringen de nadruk gelegd op de behoefte aan inspraak van de toekomstige bewo ners. Vanavond is er veel over landschappen en planten gesproken, de mens is een beetje op de achtergrond geraakt en ik zou nu willen vra gen of er in het kader van de gewijzigde opzet, van de gewijzigde stra tegie, al plannen bestaan om de toekomstige bewoners wat meer te be trekken bij de vormgeving van hun toekomstig woongebied. De heer WELSCHEN: Ik heb twee pagina's vragen volgeschreven, maar na de vragen van voorgaande sprekers zijn er nog maar twee con crete vragen overgebleven. De eerste vraag heb ik al eens gesteld tij dens een gecombineerde commissievergadering. De vraag luidt-, welke bezwaren tegen de suburbanisatie in het algemeen gelden niet tegelijk ook voor het plan Haagse Beemden. Ik heb daar in het verleden geen antwoord op gekregen, maar nu heb ik, gezien de aanwezigheid van deskundigen, goede hoop op een antwoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 623