19 AUGUSTUS 1975 641 stallingsmogelijkheden zijn geprojecteerd aan het begin van de Halstraat als men komt uit de buitenwijken, zodat de fietsen niet kunnen worden weggezet als men de moeite neemt met de fiets naar de binnenstad te komen. Enige jaren geleden hebben de progressieve fracties ingestemd met de aanleg van een voetgangersdomein en de verandering van me ning is een gevolg van het feit dat is gebleken, dat werd ondersteund in opmerkingen tijdens de vergadering van de commissie voor ruimtelijke ordening, dat voetgangersdomeinen in binnensteden floreren, althans volgens de middenstand. Dat betekent dikwijls vercommercialisering en prijsopdrijving, waardoor met name kapitaalkrachtige bedrijven wor den aangetrokken. Als gevolg daarvan moeten minder sterke bedrijven het loodje leggen. Ook de woonfunctie komt op de tocht te staan omdat het onmogelijk wordt dat men zijn auto even voor de deur laat staan voor in- en uitladen en dergelijke. Deze ervaringen zijn opgedaan in steden waar grote voetgangersgebieden in de binnensteden zijn aangelegd. Ondanks het feit dat wij waardering hebben voor de pogingen de auto te weren -- wij onderschrijven die gedachte van harte -- moet het invoeren van een dergelijke maatregel zeer evenwichtig plaatsvin den. De maatregel moet zich niet concentreren op een zeer gevoelig stukje van de stad en met name van de binnenstad. De negatieve gevol gen zijn namelijk groter dan de voordelen. De heer TEN WOLDE: De fractie van de heer Houben heeft steeds aangevoerd dat zij de auto zo veel mogelijk uit de binnenstad wil we ren. Nu hoor ik uit het betoog van de heer Houben een duidelijk tegen gestelde mening en het lijkt erop dat hij de argumenten gebruikt die hem op een bepaald moment te pas komen. Ik denk ook aan de discus sie over het Kasteelplein. De heer HOUBEN: Het ging toen om het plaatsen van een parkeer automaat op de Grote Markt en van parkeermeters op het Kasteelplein. Wij waren in de commissie voor ruimtelijke ordening akkoord gegaan met kort parkeren met het oog op de bereikbaarheid. In onze fractiever gadering werden wij evenwel geconfronteerd met de culturele sector, die aanvoerde dat je het in het monumentenjaar niet maken kunt visu ele verontreiniging te veroorzaken voor de monumenten aan de Cingel- straat en het Kasteelplein. Om die reden hebben wij daarop besloten dat wij niet met de parkeervoorzieningen moesten instemmen. De heer TEN WOLDE: Ik begrijp dat de heer Houben wel auto's in de binnenstad wil parkeren waaromheen gehandicapten kunnen rond dwalen, zodat zij moeilijk een weg kunnen vinden. De heer HOUBEN: Bedoelt de heer Ten Wolde dat in de binnen stad geparkeerde vervoermiddelen van gehandicapten hinder opleveren voor de voetgangers? De heer TEN WOLDE: De heer Houben pleit voor parkeerplaat sen of althans voor de mogelijkheid in de binnenstad te parkeren. Als er auto's worden geparkeerd worden de mogelijkheden voor de bezoe kers van het voetgangersdomein geringer. De heer Houben is daar ken-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 641