642 19 AUGUSTUS 1975 nelijk een voorstander van. De heer HOUBEN: Wij hebben al eens eerder gepleit voor het streven naar een integratie van functies als deze elkaar verdragen. Als een minder-valide een vervoermiddel nodig heeft om belangrijke voor zieningen te bereiken, die helaas te veel in de binnenstad zijn gecon centreerd, moeten wij dat niet tegengaan, maar het juist mogelijk ma ken. Als mensen die goed ter been zijn dan even moeten omlopen, vind ik dat geen bezwaar, maar als de heer Ten Wolde dat wel bezwaar lijk vindt wil ik dat graag van hem horen. De heer LAMBREGTS: Nu wij spreken over het treffen van voor zieningen in de Halstraat, mogen wij niet voorbijgaan aan de straat die daarvan direct de gevolgen zal ondervinden in de verkeerscircula- tie. Dat is het enige punt dat ik in het betoog van de heer Houben on dersteun, namelijk de kwestie St. Janstraat. Uit de correspondentie die naar de bewoners van deze straat is uitgegaan, heb ik de indruk dat dit probleem door het college enigszins is onderschat. De bewoners zijn vrij laat geïnformeerd over de gevolgen voor de verkeerscirculatie in de St. Janstraat die het inrichten van een voetgangersdomein in de Hal- straat met zich zal meebrengen. De brief was geadresseerd aan de be woners, maar het gaat natuurlijk niet alleen om de bewoners. Zijn de scholen en de werknemers uit die straat er ook over geïnformeerd? Is op enigerlei manier de scholen gevraagd goed uit te leggen welke ge volgen er voor de St. Janstraat zullen rijzen? De mogelijkheden die wij in de commissie voor openbare wer ken onder ogen hebben gekregen vonden wij niet erg fraai en vooral de keermogelijkheid die in eerste instantie op de Grote Markt was gescha pen was niet ideaal. Ten aanzien van het contact met de bewoners van de St. Janstraat over de Haistraat kan ik niet voldoende nadruk leggen op de belangen die spreken uit de brief aan de bewoners Wij zijn er gelukkig mee dat uit de brief blijkt dat het geheel moet worden gezien als een soort proef. U noemt de bewoners de maatregelen die u in eer ste instantie heeft bedacht, maar u zegt erbij dat u een goed contact vooropstelt. Het gaat hier om een zeer belangrijke ingreep en ik ben dan ook van oordeel dat er zo nodig voor zeer goede contacten moet worden zorggedragen. De consequenties van en de verwarring die uit de maatregelen blijken doen mij vrezen dat de maatregelen geen en kel nut zullen hebben, als het contact niet goed begeleid wordt. Ten aanzien van de Halstraat zelf zegt u in uw voorstel dat de ondernemers zich reeds in 1971 tot u hebben gewend met het verzoek de Halstraat om te bouwen tot voetgangersdomein. Eén van de sterkste argumenten om in die tijd niet aan het verzoek te voldoen was de kwes tie Grote Markt. In die tijd stond de Grote Markt nog gewoon open voor het verkeer en sindsdien heeft voor het noordelijke gedeelte een totale verandering plaatsgevonden. Ik wil alleen maar zeggen dat ik het argument, dat u indertijd gebruikte om van de Halstraat geen voet gangersdomein te maken, nu wil gebruiken om de Halstraat wel in een voetgangersdomein te veranderen. De Grote Markt is veranderd, er is een voetgangersdomein en de situatie laat zien dat de Halstraat als voetgangersdomein logisch aansluit op het noordelijk deel van de Grote Markt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 642