19 AUGUSTUS 1975 643 Er zijn enkele gegevenheden die zeer sterk pleiten voor het aan vaarden van dit voorstel. Allereerst is daar de geografische ligging van de Halstraat ten opzichte van het overige voetgangersdomein. Het ge tuigt van een enigszins onstabiel beleid als men zegt dat deze straten en deze pleinen in de laatste fase het noordelijk deel van de Grote Markt, het gedeelte van de Veemarktstraat op grond van bepaalde argumenten toch tot voetgangersdomein moeten worden omgevormd. Wij kunnen niet zonder meer afbouwen en de rest vergeten, want u zult het met mij eens zijn dat een straat als de Halstraat direct bij het voet gangersgebied betrokken is. De Halstraat was rechtstreeks aangesloten op de rest van het hart van de stad en vooral op de Markt en daar heeft nu een totale verandering plaatsgevonden. Ik wil ook wijzen op het winkelbestand in de Halstraat. Wij vin den in die straat winkels die zonder meer passen in het kernwinkelap- paraat en ik wil daarnaast de horeca bepaald niet vergeten. De horeca in de Halstraat ik noem slechts één facet -- had grote voordelen in de tijd waarin de kermis nog op de Grote Markt werd gehouden, omdat de Halstraat de verbinding met de Oude Vest vormde. De ondernemers voelen zich op het ogenblik noch vis noch vlees. Zij hebben geen mo gelijkheden zich op een bepaalde manier te tonen, terwijl zij in het kader van het winkelen op een prachtige manier op het recreatieve ge beuren zouden kunnen inspelen, zoals thans al geteurt op het noordelijk deel van de Grote Markt. Sinds de Grote Markt is afgesloten zien wij in de Halstraat voor al doorgaand verkeer van burgers die weten hoe zij de verkeerslichten kunnen vermijden. Wat het verkeer aangaat zie ik in een afsluiting dan ook geen enkel probleem. Het aangrijpen van de mogelijkheden die het rijk ons op dit mo ment biedt vind ik eveneens van groot belang in verband met het luifel- plan. Wij hebben kunnen lezen dat het rijk daarin voor 50% subsidieert. Het wordt allemaal ten opzichte van Den Haag steeds moeilijker wat betreft subsidies en ik wil er dan ook voor pleiten het onderhavige plan met beide handen aan te pakken aangezien wij op deze manier nog een bijdrage van 50 kunnen verwerven. De bijdrage die de ondernemers zelf leveren wil ik onder de aandacht brengen. In het voorstel staat dat zij een bijdrage van onge veer 10 zullen leveren en ik neem aan dat zij dat niet zonder meer doen. Zij zien ook dat een voetgangersdomein noodzakelijk is, en wij hopen dat wij door middel van dit voorstel de Halstraat snel kunnen ge ven waarop deze straat eigenlijk al jaren recht heeft. De heer OOMEN: Ik wil nog een kleine suggestie doen. De heer Van Male heeft enige maanden geleden vragen gesteld over de kermis. Uit het antwoord op die vragen bleek dat de exploitanten er eigenlijk niets voor voelden de kermis te verplaatsen. Het verheugt mij dat nu uit de opmerkingen van de heer Lambregts blijkt dat hij onze vragen deelt. De meerderheid van de bewoners van de Markt en de grote meerderheid van de overige bewoners van Breda zouden graag zien dat de kermis op de Markt terugkeert. Ik zou het college willen vragen die mensen ook eens te vragen wat zij ervan denken. Wethouder VAN DUN: De ombouw van de Halstraat tot voet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 643