646
19 AUGUSTUS 1975
De heer LAMBREGTS: Ik moet allereerst de heer Oomen zeggen
dat ik alleen maar heb willen aangeven dat de horeca in de Halstraat
door het verplaatsen van de kermis een strop heeft gehad. De consequen
ties die de heer Oomen daarvan ziet zijn voor zijn rekening.
Ik ben in eerste instantie vergeten te vragen naar de planning
van de werkzaamheden in de Halstraat. Ik hoop dat die planning in
goed overleg tot stand zal komen, zoals ook elders is gebeurd. Ik denk
hierbij speciaal aan de komende koopavonden in verband met de feest
dagen en dergelijke.
De heer HOUBEN: Ik wil graag even ingaan op een paar pluspun
ten die ik in het betoog van de wethouder heb ontdekt. De suggestie,
die ik in de commissie heb gedaan, door het voetgangersdomein een
busje te laten rijden is kennelijk al in zekere mate overgenomen. Wij
zullen dit verder graag volgen.
Ook ten aanzien van de woonmogelijkheden en de nieuwe initi
atieven die de wethouder voor het gebied Gerardus Majella heeft ge
noemd wil ik enkele opmerkingen maken, zo ook ten aanzien van Mid
dellaan-Leuvenaarstraat. Voor zover onze informaties uit de wijk strek
ken bestaan er bij de mensen nog onduidelijkheden over de gang van
zaken, er zijn nog problemen, maar daaraan zullen wij in de vergade
ring van de commissie voor openbare werken aandacht besteden. Over
het plan voor Middellaan-Leuvenaarstraat, zoals wij het uit de pers
kennen, kunnen wij op dit moment nog weinig zeggen. Voor ons zijn
de mogelijkheden voor herhuisvesting van huidige en vroegere bewoners
erg belangrijk. Over dat onderwerp zijn in de pers nog geen mededelin
gen gedaan. Het gaat nu echter om het hart van de stad en niet om de
zone daar rondomheen, waarin de Gerardus Majellawijk en Middellaan-
-Leuvenaarstraat liggen. Wij zijn er voorstanders van wonen in het hart
van de stad mogelijk te maken, uiteraard in combinatie met andere
functies. Het aanleggen van een voetgangersdomein ontneemt veel
mensen de lust in dat hart te gaan of te blijven wonen. Daarom vinden
wij het erg belangrijk dat in het kader van een evenwichtige opbouw
van de stad in de binnenstad wonen nog mensen en de binnenstad is
dus voor een deel eigendom van Bredanaars -- geen maatregelen wor
den genomen die het wonen verhinderen. In dat licht moeten ook onze
gedachten over het voetgangersdomein worden gezien. Een voetgangers
gebied is aardig als het geen neveneffecten oplevert. Eén neveneffect
heb ik zojuist al genoemd, een ander is de vercommercialisering. De
wethouder gaat er kennelijk vanuit dat er al een saneringsproces gaan
de is
De heer TEN WOLDE: Er wordt in de commissievergaderingen
en ook nu in de raadsvergadering geregeld gesproken over de vercommer
cialisering van de binnenstad. Waarom mag dat niet? De heer Houben
spreekt in de woonstructuur voor de mensen vaak over rust en genieten.
Ik ken een aantal uitlatingen van bewoners van de binnenstad die erg
gelukkig zijn met het voetgangersgebied, omdat zij nu eindelijk van
hun woningen kunnen genieten aangezien er veel minder lawaai is. Ik
ben benieuwd naar de reactie van de heer Houben.
De heer HOUBEN: Ik vind dit twee zeer interessante opmerkingen.