64
13 FEBRUARI 1975
De heer Van Male heeft zijn betoog in drieën gedeeld. Ik meen
beluisterd te hebben dat zijn groepering akkoord gaat met de verbouwing
van panden aan de Catharinastraat, althans in grote lijnen. Nogmaals:
ad-hoc-voorstellen zullen te zijner tijd in deze raad ter discussie worden
gesteld. Met de geprojecteerde nieuwbouwobjecten heeft de heer Van
Male wat meer moeite. Hij heeft daarbij de nieuwbouwplannen voor de
burgerlijke stand, de sociale dienst, de muziekschool en de afdeling in
terne zaken genoemd. Voorts heeft hij gezegd dat van de zijde van het
college in de commissie ad hoc is medegedeeld dat uiterlijk in maart
de beslissing door de raad zou moeten worden genomen om in aanmer
king voor D. A. C. W. -subsidie te kunnen komen. Ik vind het een beetje
flauw van de heer Van Male dat hij deze opmerking interpreteert zoals
hij dat heeft gedaan. Wanneer ik op grond van de wetenschap van de
cember destijds heb gezegd dat in verband met de D. A. C. W. -subsidie
uiterlijk in maart door de raad een beslissing moest worden genomen,
mag hij dat niet andersom interpreteren door te zeggen dat er op basis
van de gegevens van nu nog tot maart met een principiële raadsbeslis-
sing kan worden gewacht zodat het college in staat is meer gegevens ter
tafel te brengen. Ik geloof dat dit de redenering van de heer Van Male
is en ik ontken dat dit juist is. Er is sinds december nogal wat gebeurd.
Ik kan de raad mededelen dat via het college aan de dienst openbare
werken is verzocht ervoor te zorgen dat vóór 1 april alle projecten ter
zake van de Catharinastraat besteksklaar zijn; op korte termijn zullen
wij deswege de commissie ad hoe gemeentelijke huisvesting bijeen moe
ten roepen. Aan de hand daarvan kan het de heer Van Male en zijn frac
ties naar ik meen duidelijk zijn dat niet meer tot maart kan worden ge
wacht teneinde meer informatie over situering en kosten te verschaffen.
Ik geloof dat de raad thans geroepen is te beslissen of hij met het geheel
akkoord gaat. Willen wij in het kader van de D. A. C. W. -subsidie dit
project op voor Breda interessante wijze realiseren, dan moeten wij van
avond beslissen en moeten wij morgen met spoed beginnen het project
bij de dienst openbare werken en alle andere betrokkenen in de'startblok-
ken te zetten, zodat, hoe moeilijk dit ook is -- de heer Van Male zal
dat op grond van zijn lidmaatschap van de commissie ad hoe beseffen
--, de bestekken vóór 1 april gereed kunnen zijn.
De heer CRUL: Geldt dat alleen voor de Catharinastraat?
Wethouder VAN DUN: Ik wil daar graag op ingaan. Van de zijde
van het D.A.C. W. is ons gevraagd een bepaalde hoeveelheid werken
te bekijken die naar van die zijde wordt aangenomen eventueel in één
jaar kan worden uitgevoerd. Zekerheid kan ik daarover niet verschaf
fen aangezien er nog veel voorbehoud moet worden gemaakt. In ieder
geval is met de bedoelde hoeveelheid werken geen bedrag van 18
miljoen gemoeid, maar een bedrag dat men bij de provincie in het hoofd
heeft en waar wij over hebben gesproken. Wat kan er nu voor laatstge
noemd bedrag worden gedaan? Heil is voor het college duidelijk dat de
parkeergarage onder het Stadserf -- vandaar ook de gedane mededeling
-- daar niet onder valt: deze garage is in de eerste fase zonder meer ge
schrapt, hoewel wij er wel over hebben gesproken in de commissie ad
hoe gemeentelijke huisvesting. Met de zekerheid van dit ogenblik kan
worden aangenomen dat daar slechts de volgende objecten onder kunnen
vallen: het "praathuis" voor de raad waarover wij het in de commissie
huisvesting eens zijn en waarvan wij weten waar het moet komen, als
mede alle panden in de Catharinastraat, namelijk de nrs. 18 t/m. 28.
Dit is het project dat is aangemeld voor de D. A.C. W. -subsidie in de