660 19 AUGUSTUS 1975 Waterstaat over de eventuele nieuwe situatie in het kader van de subsi diëring en wij bekijken telkenjare of er mogelijkheden zijn. De frequen ties, met name in Breda-noord en Doornbos, zijn vaak punten van ge sprek. Wij hebben er geen enkele moeite mee de motie over te nemen. Overgenomen zijnde maakt de motie van de heer Houben c. s. geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. De heer VAN DUUL: De wethouder heeft geen moeite met de motie, wij hebben er geen moeite mee, maar ik wil wel opmerken dat het in de motie vermelde overleg elk jaar plaatsvindt. De motie bete kent dus eigenlijk geen nieuw geluid. Elke verbetering die geld kost vereist de goedkeuring van het ministerie en Breda is gebonden aan een drempelbedrag. Wij hebben om deze redenen geen bezwaar tegen de motie. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel beslo ten. 41. bijlage nr. 250 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN VOORBERE ID IN GS KREDIET VOOR HET UITWERKEN VAN EEN PLAN VOOR DE HUISVESTING VAN DE SOCIALE DIENST EN DE AFDELING BEVOLKING DER GEMEENTESECRETARIE OP HET TERREIN GELEGEN OP DE HOEK VEEMARKTSTRAAT EN DE BEYERD/VLASZAK. De heer HOUBEN: Ons wordt nu een besluit over een zeer belang rijke kwestie gevraagd, het gaat hier om een zeer belangrijke invulling van het binnenstadsweefsel van Breda. Zoals de heer Tummers gisteren bij de bespreking van de plannen voor de Haagse Beemden opmerkte: het gaat hier om een investering voor de komende 50 tot 100 jaar. Wij zullen nu wellicht een besluit nemen over een belangrijk stuk, waar door wij vorm geven aan een stuk omgeving van Breda, midden in het historische weefsel. Zoals er gisteravond een enorme verbolgenheid bestond bij alle fracties over de voortvarendheid waarmee plannen voor de Haagse Beem den worden ontwikkeld, zo bestaat er bij onze fracties een enorme ver bolgenheid over het preadvies inzake de kop van de Veemarktstraat. Ik hoop dat ik die verbolgenheid zal kunnen motiveren. Ik wil allereerst een aantal punten uit het preadvies belichten om dan vervolgens de aanpak vanuit de federatie van fracties daar tegen over te stellen. Ik vind het preadvies zeer zwak, te meer daar wij in de commissie op die zwakke plekken hebben gewezen. Aan onze opmer kingen is geen gehoor gegeven. Ik wijs allereerst op de argumentatie op pagina 2 in de eerste volledige alinea, waar het gaat om de anticipatie op de behandeling van de binnenstadsplannen. Daar worden weer bekende argumenten ge noemd en nu maakt het college het al te bont als het zegt: wij lopen bij andere besluiten toch al vooruit op het binnenstadsplan, dus waarom zouden wij het hier ook niat doen? Een dergelijke strekking proef ik in ieder geval in het stuk. Dit is niet het enige argument dat wordt genoemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 660