664
19 AUGUSTUS 1975
gereageerd op de plannen voor de Veemarktstraat. Ik zal niet zo flauw
zijn te citeren, het zou zeer tijdrovend zijn want op talloze plaatsen
kan men vinden dat er wordt gevraagd naar de plannen. Er wordt ge
vraagd of er wel een leefbare situatie zal ontstaan en of de voorgelegde
plannen wel uitgevoerd moeten worden. Zij krijgen wel een antwoord,
maar op een hearing bestaat altijd een wat moeilijke situatie omdat er
weer anderen de microfoon grijpen. Het is bepaald niet juist te veron
derstellen dat de aanwezigen te kennen hebben gegeven dat zij het een
goed plan vonden. Er heeft geen stemming plaatsgevonden, het is niet
duidelijk of de mensen die een antwoord hebben gekregen -- het is de
vraag of het een volledig antwoord is geweest -- verder content waren.
Ik vind het verbazingwekkend dat de zojuist genoemde passage in het
preadvies wordt gehandhaafd als men deze verslagen leest.
Er zijn mensen die op structureel niveau met de inspraak bezig
zijn en ik noem het Comité Behoud Binnenstad en de STAR. Het Comi
té Behoud Binnenstad heeft op 4 februari zijn bezorgdheid uitgesproken
over de plannen waarvan men had gehoord. Het comité voert aan dat
zijn leden niet de indruk hebben dat het hier om een kleinschalige be
bouwing gaat, aangezien er sprake is van vier bouwlagen. Het comité
vraagt juist in het kader van het rnonumentenjaar hem erin te betrekken.
Het comité is van mening dat ervoor moet worden gezorgd dat er een
aangepaste bebouwing tot stand komt.
Wij hebben het comité onze nota toegezonden en het comité
heeft daarop gereageerd met een schrijven aan ons, aan de gemeente
raad en aan de wethouders van openbare werken en ruimtelijke orde
ning en van cultuur. In de brief heeft het comité een aantal elementen,
dat wij naar voren hebben gebracht, onderschreven. Als voorbeelden
noem ik het punt van de architectenkeuze, de luifel, de slechte oplos
sing in de Veemarktstraat
De heer TEN WOLDE: Ik vind het juist dat de heer Houben een
aantal punten aanhaalt die zijn aangedragen door het Comité Behoud
Binnenstad, maar hij moet die punten evenwichtig afwegen. Het comi
té zegt dat een relatie moet worden gezocht rnet monumentenzorg en
dat er moet worden gelet op inpasbaarheid in de binnenstad. Als de heer
Houben dat onderbrengt in dezelfde zin waarin hij spreekt over de mas
saliteit van het gebouw, moet hij ook onder punt 5 van de brief kijken.
Daarin wordt de suggestie gedaan boven de kantoren woonruimte te
creëren en dat betekent dat het gebouw nog massaler wordt. Ik vind dat
de heer Houben dit punt ook in de overwegingen moet betrekken.
De heer HOUBEN: Ik ben blij met deze tijdige waarschuwing,
want ik was pas bij punt 2.
Punt 3 betreft de raamindeling en daarover hebben wij al uitvoe
rig onze mening laten blijken. Wij hebben ook de kleur van de gevel-
wand aan de kaak gesteld en dan is er het probleem van de woonruimte.
Wij moeten dat punt evenwichtig benaderen en ik hoop dat de
heer Ten Wolde onze discussienota goed heeft gelezen. Wij hebben en
kele constructieve voorstellen gedaan met betrekking tot het terugdrin
gen van de massaliteit door bij voorbeeld de rooilijn naar het oosten te
verplaatsen of door de twee kantoren van elkaar los te koppelen. Er kan
dan één kantoor op deze plaats komen, terwijl de andere bij voorbeeld