666
19 AUGUSTUS 1975
want er is een belangrijke subsidie mee gemoeid. Het wordt dan nog
weer moeilijker omdat de vakanties voor de deur staan, waardoor com
municatie en discussies moeilijker worden. Als een fractie in een der
gelijke situatie wordt geplaatst, probeert zij daarop goed te reageren.
Wij meenden dat wij dat alleen maar konden doen door een discussie -
nota samen te stellen, waarin het uiteraard niet om een uiteindelijk
standpunt ging. Wij hebben een discussienota opgesteld om de gedach-
tenvorming over dit plan op gang te brengen. Wij hebben op die manier
alert willen inspelen op de beleidsvoornemens van het college en wij
wilden positief reageren op initiatieven. Wij hebben de nota uitdrukke
lijk als een discussienota gepresenteerd omdat aan deze kwestie zowel
positieve als negatieve aspecten verbonden zijn. In onze fractie moest
toen nog een meningsvorming plaatsvinden, zodat de discussienota op
titel van enkele raadsleden staat. Er moest nog inspraak plaatsvinden,
advisering door welstandscommissie, monumentenzorg, STAR, de raads
commissies en dergelijke. Ook daardoor kon geen definitief standpunt
worden ingenomen.
De toonzetting van de discussienota is kennelijk wat negatief
uitgevallen, waardoor zij weerstanden heeft opgeroepen. Ik heb al ge
zegd dat wij verbolgen waren. Vanuit die reactie en als gevolg van het
feit dat wij snel moesten handelen is de toonzetting wellicht wat nege-
tief uitgevallen, hoewel de bedoeling positief was. Wij wilden inspelen
op het beleid en proberen een discussie op gang te brengen. Bovendien
wilden wij met behulp van de nota zelf proberen tot een goed standpunt
te komen. Voor onze fracties heeft de nota na anderhalve vakantiemaand
haar nut bewezen. Aan de hand van deze nota is er door onze fracties
geknokt voor nog meer informatie op de punten waar wij te weinig in
formatie over hadden. Wij hebben daardoor duidelijkheid gekregen en
wij hebben daardoor een goed standpunt kunnen innemen, zoals wij ook
hebben kunnen zien hoe de andere fracties erover denken. Ik wil een
enkel voorbeeld noemen. Onze leden van de commissie voor maatschap
pelijke dienstverlening hebben zich zo sterk gemaakt dat zij in ieder
geval gedaan hebben kunnen krijgen dat er informatie werd verschaft.
Ik neem aan dat daarover straks nog wel het nodige zal worden gezegd.
De discussie in onze fractie heeft met zich meegebracht dat wij, omdat
het hier om een belangrijke zaak gaat, het verkiezingsprogramma moes
ten raadplegen om tot een standpunt te kunnen komen. Wij hebben veel
tijd besteed aan het afwegen van positieve kanten, de sociale kanten
van de huisvesting die hard nodig is, de DACW-uitkering en de bestrij
ding van de werkloosheid in de bouw, tegenover negatieve aspecten in
de sectoren beleidsvoorbereiding en ruimtelijke ordening.
Wat betreft de huisvesting van de sociale dienst is conform ons
programma gesteld dat de dienstverlening zelf belangrijk is, dat het be
leid zich niet alleen op symptoombestrijding mag richten, maar er ook
voor moet zorgen dat de oorzaken van allerlei sociale moeilijkheden
worden opgeheven. Er moet dan ook aan bronbestrijding worden gedaan.
Wat betreft de DACW-subsidie hebben wij gezegd dat er uiteraard een
actief werkgelegenheidsbeleid dient te komen. Wij hebben in het ver
leden al eens gepleit voor een raad voor de arbeidsmarkt. Zoals ook de
bouwbonden bij het presenteren van de bouwplannen voor de Haagse
Beemden hebben gezegd: niet bouwen om te bouwen, maar proberen
zinvol te bouwen, zouden wij in dit geval ook willen zeggen dat beslist