66 13 FEBRUARI 1975 vullend voorbereidingskrediet voor de dienst openbare werken zullen vra gen, opdat metterdaad besteksklare plannen kunnen worden opgesteld. Ik herinner de raad er aan dat wij duidelijk hebben afgesproken dat men de voorbereidingskredieten op de voet zal kunnen blijven volgen. Op de kop van de Veemarktstraat ben ik reeds ingegaan: deze si tuering wordt in het college positief gewaardeerd, maar moet in overleg met de commissie ad hoe nader worden bekeken. Ook op de andere op merkingen van de heer Ten Wolde ben ik naar ik meen al ingegaan. De heer Van Banning heeft zeer tot mijn genoegen geconstateerd dat de onderhavige situering zich in het kader van de filosofie over de binnenstad voltrekt. Niet voor niets hebben wij dan ook de plannen voor gelegd aan de werkgroep Binnenstad, die de opvulling van functies in het bijzonder in de Catharinastraat zeer positief waardeert. Naar aanleiding van de vraag over de toegankelijkheid van de ge bouwen voor minder validen kan ik toezeggen dat aan dit aspect ruime aandacht zal worden besteed, hoewel ik zonder in details te tredenhet begrip van de heer Van Banning voor de situatie in de panden aan de Ca tharinastraat wil vragen; ik kan mij voorstellen dat een en ander daar bouwtechnisch moeilijkheden met zich meebrengt, In ieder geval zal ik zijn opmerkingen doorgeven aan degenen die zich met de technische as pecten bezighouden; overigens kan hij ook zelf in de commissie ad hoe de ontwikkelingen op dit punt mede bewaken. Over de opinie van toekomstige gebruikers heb ik naar aanleiding van het betoog van de heer Van Male reeds gesproken: deze opinie wordt geïnventariseerd en in de programma's van eisen betrokken. Ik heb van de heer Van Banning begrepen dat zijn fractie akkoord gaat met de me ning van het college ten aanzien van de parkeervoorziening. Overigens heeft hij gepleit voor een voorziening die tevens past in het kader van de nota van de huidige regering inzake het vraagstuk van de civiele ver dediging ten tijde van rampen en andere narigheden. Nu is vastgesteld dat er niet per se een parkeergarage onder het Stadserf moet worden aan gelegd, maar dat er wel een parkeervoorziening moet worden getroffen, zullen wij bij het zoeken naar alternatieven rekening met deze opmer kingen van de heer Van Banning moeten houden; ook in de commissie heeft hij al gewezen op voornoemde nota en op het bestaan van finan ciële mogelijkheden. Ik waardeer het ten slotte dat de heer Van Ban ning heeft gezegd dat zijn fractie de slagvaardigheid van het college in dezen toejuicht. De heer CRUL: Omdat wij er behoefte aan hebben nog even met elkaar te overleggen, vraag ik mij af of er niet op dit ogenblik kauwor den gepauzeerd. De VOORZITTER: Mij is medegedeeld dat de koffie al klaar is, zodat wij inderdaad kunnen pauzeren. Ik. schors de vergadering, PAUZE, De VOORZITTER:(de burgemeester): Dames en heren. Met dank aan de heer Broeders voor de waarneming van het voorzitterschap her open ik de vergadering, In de pauze is mij gebleken dat er aan het be gin van de vergadering enige discussie is geweest over de vraag of het voorstel van burgemeester en wethouders tot het overdragen van de ri oolwaterzuiveringsinstallatie in beheer, onderhoud en exploitatie aan het waterschap West-Brabant van de agenda zou kunnen worden afge voerd, Inmiddels is duidelijk geworden dat een oplossing kan worden ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 66