19 AUGUSTUS 1975
671
den afgestemd op de huidige omgeving, zodat een mooie aansluiting
zal worden verkregen op de totale binnenstad. Het project heeft op mij
een bijzonder gunstige indruk gemaakt. Natuurlijk zijn er vragen waar
mee ik ben blijven zitten. Ik had erg graag willen weten wat er aan de
overkant zal gaan gebeuren. Wij hebben gesproken over het verkeer en
de parkeerruimten. Vanavond heb ik gehoord dat wij voor het einde van
het jaar plannen voorgelegd zullen krijgen waarin de gehele verkeerssi
tuatie en de parkeersituatie duidelijk in het licht zullen worden gesteld.
Voor mij staat vast dat er op dat punt op korte termijn iets zal moeten
gebeuren, dat het een goede en nuttige zaak is dat er een concentratie
van de gemeentelijke diensten tot stand zal komen. Ik heb de sterke
indruk dat het beeld, dat ons is getoond, een passend geheel zal opleve
ren en dat het goed zal zijn die plannen op de voorgestelde plaats te
concretiseren.
Wij kunnen spreken over detailkwesties, maar deze zijn al ont
zenuwd. In de discussienota wordt gesproken over de liftenschacht en
daarvan is gezegd dat de wijze waarop deze schacht in de maquette is
opgenomen geen realiteit zal worden. Br is ook een financieel aspect
aan deze zaak. Ik ben gelukkig met de toezegging van de DACW-sub-
sidie, maar ik plaats er een kanttekening bij ten aanzien van het vol
gend jaar. Hoe zal het volgend jaar gaan? Ik heb in deze raadszaal al
eerder betoogd dat ik zorgen heb over de financiële toestand van Breda.
Wij krijgen nu een toezegging voor het volgend jaar, maar hoe zal het
voor de tweede fase zijn? De mogelijkheden die door de heer Houben
naar voren zijn gebracht zijn naar mijn idee niet alle reëel, ik behoud
mij het recht voot daarop in te spelen als ik het antwoord van de wet
houder heb gehoord.
Ik heb de discussienota nog eens overwogen, ik heb nagedacht
over de opmerkingen in de commissie en ik ben uiteindelijk tot de slot
som gekomen dat er een grote kern van waarheid zit in het verslag van
de Stem van 27 juni. Er stond dat als dit project eenmaal is gerealiseerd
het waai zal maken dat hier uit het kwade het goede is geboren.
Ik ben zeer benieuwd naar de opvattingen van uw college en ik
hoop dat ik aan het einde van de besprekingen de instemming van de
CDA-fractie zal mogen laten horen.
Mevrouw STUTTERHEIM-EDELING: De nieuwe huisvesting voor
de gemeentelijke sociale dienst waarvoor vandaag in de raad een be
slissing wordt gevraagd staat al ongeveer tien jaar op verschillende ver
langlijstjes. Toch vinden de leden van onze fracties dat de beslissing
nu in een vloek en een zucht dreigt te worden genomen. Misschien mag
de vloek dan vallen op de huidige behuizing en de wijze waarop cliën
ten en ambtenaren nu met elkaar in contact komen en misschien kun
nen wij dan de zucht slaken door bij de besluitvorming mede naar de
werkgelegenheid te zien. Als de uitdrukking "in een vloek en een
zucht" duidelijk slaat op het feit dat de commissie voor maatschappe
lijke dienstverlening zonder verdere informatie met een kluitje in het
riet gestuurd dreigt te worden, terwijl zeer matige informatie na lang
aandringen onzerzijds is verstrekt, vinden wij dat bepaald onjuist.
De te laat aan de commissie verstrekte informatie, het ontbre
ken van een onderzoek naar de alternatieven en de onmogelijkheid al-