674
19 AUGUSTUS 1975
geving zal worden aangepast aan de bestaande bebouwing. Wij stem
men graag in met het voorstel voor zover het gaat om de huisvesting,
maar ten aanzien van de vormgeving en de inpassing in de huidige be
bouwing willen wij graag een slag om de arm houden. Wij willen dan
ook voorstellen deze zaak in de commissies voor ruimtelijke ordening
en voor gemeentelijke huisvesting ad hoe aan de orde te stellen, indien
zulks noodzakelijk is. Wat is onze inbreng boven het advies van monu
mentenzorg?
De financiële aspecten en de snelheid van werken in verband met
het DACW-subsidie vormen voor ons belangrijke punten. Wij zullen bin
nenkort met de centralisatie van de gemeentelijke huisvesting op een
bepaalde plaats in de stad moeten beginnen, dat is ook de inhoud van
het betoog van mevrouw Stutterheim. Wij kunnen daar niet onderuit.
Nu wij zitten met de noodzaak tot verbetering van de huisvesting van
de gemeentelijke diensten en nu wij een aanbod krijgen voor een DACW-
subsidie tot een niet onaanzienlijk bedrag, moeten wij die kans grijpen.
Ik ben het volkomen eens met de laatste opmerking van de heer
Van Banning. Wij hebben voor het eerste jaar de toezegging van een
bedrag van 2,7 miljoen, maar welke zekerheid hebben wij voor de
daarop volgende jaren? Hoe ziet de wethouder dit? Is er al een afspraak
binnen het college gemaakt over de kapitaalsreservering die wij in de
volgende jaren moeten verzorgen als er dan geen DACW-subsidie wordt
verleend?
De heer EISSENS: Ik zal niet ingaan op de situering, maar ik wil
het kluitje in het riet van mevrouw Stutterheim in een juister daglicht
stellen. De commissie voor maatschappelijke dienstverlening is op een
"laat nippertje", niet op een "te laat nippertje" geïnformeerd. De com
missie heeft twee uur de tijd gekregen om zich over de inhoudelijke
kant te buigen. Wij hebben ons voldoende op de hoogte kunnen stellen.
Wij hadden gelukkig al eerder een halve dag op de sociale dienst door
gebracht, waar wij konden zien in welke ellendige situatie men moet
werken. Wij hebben ons erover verbaasd dat er nog ambtenaren zijn die
met plezier hun werk doen. Wij hebben ook vernomen dat er in de so
ciale dienst al ongeveer tien jaar wordt gesproken over de eisen en wen
sen voor een nieuw gebouw. Het eisenpakket is van jaar tot jaar bijge
steld en wij menen dat de inspraak van degenen die het nieuwe gebouw
moeten bevolken duidelijk heeft plaatsgevonden. Wij moeten, als wij
over inspraak spreken, voorzichtig zijn en praktisch blijven. Ik zie na
melijk niet in hoe wij de burgers van Breda en de cliënten inspraak moe
ten geven in de inrichting van een gebouw voor de sociale dienst. Ik vind
dat een zaak voor de mensen die er moeten werken en die gedurende
vele jaren hebben gezien hoe het niet moet. Zij hebben alle kansen ge
had wensen en verlangens naar voren te brengen waarmee rekening is
gehouden. Wij zijn bijzonder blij dat de sociale dienst beter gehuisvest
zal worden. Daardoor zullen de cliënten beter behandeld kunnen wor
den en daardoor zal een betere service gegeven kunnen worden. Ook de
ambtenaren zullen daardoor met meer plezier hun werk doen.
De heer OOMEN: Het is bijna noodzakelijk op de opmerkingen
van de heer Eissens in te gaan, maar ik heb dat reeds in de commissie
voor maatschappelijke dienstverlening gedaan. Ik heb wel een opmer-